Terug in de straten van de stad Christendom. Ik zit nog naast de blinde mevrouw:
Ineens klinkt er vrolijk gefluit door de straten. Een man met een netje en een glazen potje komt huppelend voorbij.
"Ga je mee?", vraagt hij mij.
"Waar naar toe?'
"Naar het vlinderpark, volg mij maar."
Ik moet mijn best doen om deze huppelende man bij te houden. We gaan richting het centrum van Christendom. Ineens zijn we er. Het begin van een mooi groen park in het midden van de stad.
"Dit is het! Dit is het vlinderpark!"
"Wat doe je hier dan?"
"We vangen vlinders. Er zijn er duizenden, zo voor het oprapen. Hier heb jij je eigen potje. Ik heb helaas geen netje voor je".
Uit zijn rugzak haalt de man een grote glazen jampot.
"Dit is een goede om mee te beginnen. Succes ermee!"
En weg is ie...
I
k loop het park in. Inderdaad vliegen er hier duizenden vlinders. Ik zie verschillende mensen bezig met het vangen van deze vlinders in potjes. Er komt een mevrouw naar me toe.
"Hoeveel vlinders heb jij al in je potje?"
"Nog geen een... Ik ben net begonnen", antwoord ik.
"Oh, ik heb er al twintig. Goed he!"
Ik merk dat ik met mijn handen geen vlinders kan pakken, maar dat als je goed kijkt, het park ook vol met rupsen zit. Hier blijk ik wel goed in te zijn. Op de meeste gekke plaatsen vind ik rupsen die ik gemakkelijk in mijn potje kan doen. Al snel heb ik er een stuk of dertig. Ik leg wat bladeren in mijn potje en ineens lijkt de tijd te versnellen. Voor mijn ogen verpoppen ze en veranderen ze in vlinders. Nu heb ik er al een stuk of dertig!
Mensen komen naar mij toe en we vergelijken de vlinders en het aantal vlinders in onze potjes. Meer dan dertig vlinders hebben, geeft mij een goed gevoel. Ik heb succes. Iedereen die het wil weten, vertel ik dat ik al zoveel vlinders heb. Het werkt aanstekelijk. Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik er anderen over wil vertellen. Het geeft me een gevoel dat ik beter ben dan hen, dat ze naar me opkijken, dat ze mij bewonderen... Super!
Maar dan zakt mijn geluksgevoel ineens in elkaar. Ik hoor namelijk een verhaal over iemand in het park die wel drieduizend vlinders in een grote glazen kas heeft. Ik merk dat mijn blijdschap als sneeuw voor de zon verdwijnt. Ik merk een jaloersheid in me opkomen. Ik wil er ook wel drieduizend in een mooie glazen kas. Het is niet eerlijk. Hoe komt hij aan drieduizend en heb ik er maar dertig. Ik dacht dat ik zo goed was.
Dan is daar die stem opnieuw:
"Laat de vlinders gaan. Ze zijn niet van jou. Ik heb je gebruikt om rupsen te vangen, hen te verzorgen en te helpen om vlinders te worden. Nu moet jij ze laten gaan en de vrijheid geven."
Maar... het zijn mijn vlinders. Ik heb ze zelf verzameld. Ze zitten in mijn potje. Als ik ze loslaat, ben ik ze kwijt. Heb ik niets meer. Mijn waarde ligt in het hebben van die vlinders. Iets in me wil die stem gehoorzamen, maar mijn hart protesteert. 'Het zijn toch mijn vlinders!' Ik merk een strijd in mij tussen mijn wil en mijn hart.
Mijn hart wil leven. Mijn hart wil wat in het leven bereiken - door hard werken en vlinders verzamelen 'groot' worden in de ogen van mensen. Ik wil waardering, respect, ontzag en erkenning. Mijn hart heeft grote dromen; groot zijn in de ogen van de andere vlinderverzamelaars in het park. Maar wat leeg eigenlijk! Ik wil een held zijn in plaats van een sukkel. Ik wil een overwinnaar zijn in plaats van een mislukkeling. Ik wil kunnen opscheppen over wat ik bereikt heb.
"Een overwinnaar in wiens ogen? Een held in wiens ogen? Een succesverhaal in wiens ogen?"
In de ogen van mensen om me heen.
"Is dat niet leeg? Niet tijdelijk en vluchtig? Laat de vlinders, die je verzameld hebt, vrij om te vliegen naar elke bloem en pot die ze zelf willen. Daar heb Ik vlinders voor geschapen om vrij te zijn en van bloem tot bloem te vliegen."
Maar dan kunnen ze vliegen naar die kas van die man die er al drieduizend heeft of naar dat opschepperige mens met haar twintig vlinders...
"Ga niet mee met de geest van Christendom die haar succes telt met het tellen van de vlinders in het potje. Ze zijn vergeten dat het niet om hen draait, noch om het aantal vlinders in het potje, maar om Mij. Als jij de rupsen die Ik je heb laten vinden goed verzorgt en goed voor de vlinders zorgt, is dat genoeg. Ik kijk niet naar de aantallen, ik kijk naar de houding van je hart. Ga daarom niet mee met de geest van Christendom, maar laat jij je leiden door Mijn Geest. Dan kan je ook in de vrijheid komen om te genieten van wat je doet en wie je bent, in plaats van je voortdurend te vergelijken met anderen en te stressen om dat 'succes' te bereiken. Laat los... en het zal jou loslaten. Kom in Mijn vrijheid, Mijn zoon."
Ineens ben ik weg uit het park en sta ik in een donker bos vol omgevallen bomen...
(wordt vervolgd)
Laatste reacties