Twee weken geleden schreef ik een post over het C5 spectrum. In deze post beloofde ik dat ik hier op deze blog mee verder zou gaan. Vandaag is het tijd om het stokje weer op te pakken.
Je kunt deze schaal van C1 tot C6 namelijk ook toepassen op contextueel gemeentestichten. Dan krijg je een schaal van NL1 tot NL 5. Even heel kort een introductie om dan over de komende weken deze (hopelijk met elkaar) verder uit te werken:
NL1: staat voor een gemeentestichtend project waarbij er een dochtergemeente wordt gesticht die een kopie is van de bestaande moederkerk. Het feit dat een onkerkelijke persoon deel geworden is van deze gemeente heeft geen impact op de manier van samenkomen van deze gemeente. De onkerkelijke zoeker integreert in de gemeente. In een Nederlandse setting zou je kunnen denken aan een onkerkelijke zoeker die deel wordt van een bestaande PKN of VPE gemeente, waarbij zijn/haar deelname geen invloed zal hebben op de vorm van de viering. Bekeerde onkerkelijken in een G1 setting noemen zichzelf christenen.
NL2: staat voor een gemeentestichtend project waarbij er een gemeente wordt gesticht die zich gedeeltelijk gaat aanpassen aan de onkerkelijke personen die zich wil bereiken. Je kunt hierbij denken aan een jeugdkerk waar veel Engelse gospelliederen worden gezongen met een vlotte band, een goede lichtshow, een mooi podium, een korte flitsende preek. De inhoud en vorm verschilt niet veel van NL1, maar de aankleding maakt het verschil waardoor ze hopen toegankelijker te zijn voor onkerkelijken. Een ander voorbeeld van een NL2 gemeente is een Willow Creek of een Doelgerichte of een Hillsong gemeente. Bekeerde onkerkelijken in een NL2 setting noemen zichzelf christenen.
NL3: staat voor een gemeentestichtend project waarbij er een gemeente wordt gesticht die redelijk ver wilt gaan in het aanpassen aan de onkerkelijke personen die zich wil bereiken. Je kunt hierbij denken aan een emerging church waar bijvoorbeeld de monoloog in de preek vervangen is door een dialoog of een interactieve vorm van onderwijs. In plaats van liederen te zingen, geven zij vorm aan aanbidding door middel van stilte, kunst, kaarsen, wandelingen in de natuur en vele andere werkvormen. In plaats van een podium- of kanselcultuur vinden zij de groepscultuur van belang. NL3 gemeentes zijn vaak minder gestructureerd dan de NL1 en NL2 gemeente. Een sleutelwoord in NL3 gemeentes is community; het samen leven, beleven en vieren van het Leven. Bekeerde onkerkelijken in een NL3 setting noemen zichzelf christenen.
NL4: staat bijvoorbeeld voor een christelijke versie van een meditatiecentrum, waarbij er bijvoorbeeld op Jezus gemediteerd wordt en een Jezus georiënteerde yoga beoefend wordt. Net als bij een christelijke moskee is deze kerk voor een Nederlandse gelovige niet te onderscheiden is van een niet-christelijk meditatiecentrum.
NL5: staat voor christenen die nadrukkelijk deel blijven van de cultuur en gemeenschap waar zij deel van zijn. Deze gelovigen; een groeiende groep sluiten zich niet aan bij een christelijke kerk, maar leven als christenen in de maatschappij.
Laatste reacties