Als jonge tiener woonde ik vlak bij het strand van Kijkduin. Regelmatig ging ik met mijn vader en mijn broers in de herfst in de zee zwemmen. Het liefst als er grote, wilde golven waren en het zeewater nog lekker warm was. Voordat we de woeste zee in mochten, hield mijn vader altijd zijn riedeltje: “Pas op voor de stroming. Zorg dat je altijd kunt blijven staan. Kom niet te dicht bij de golfbrekers. Blijf alert op elkaar en zorg dat je voortdurend oogcontact met elkaar houdt.” Het riedeltje konden we dromen en toch werd het elke keer verteld. Zuchtend zeiden we: "Ja, pa…" en konden wij het avontuur laten beginnen. We lieten ons meesleuren door de hoogste golven en kwamen in de "wasmachine" van de golf terecht, die ons soms keihard op het schurende zand gooide. Soms miste je de golf net. Soms lag je precies goed en bodysurfde je heel snel richting het strand. Na elke golf keek je om. Was iedereen er nog? Gaat het goed? Niemand tegen het zand geklapt? Je keek uit naar elkaar. Je waarschuwde elkaar als de stroming te sterk was of de golfbreker te dichtbij leek. Mooie tijden… En ik betrap mijzelf erop dat, als ik nu met mijn kinderen in de herfst ga zwemmen, ik precies hetzelfde riedeltje vertel. Dank je wel voor je al tips, pap!
De ‘Jij bent bitter’ kaart trekken
De afgelopen maand heb ik mij een beetje als een 'oude' man op het strand gevoeld. Door middel van acht artikelen heb ik een aantal veiligheidswaarschuwingen willen meegeven voor de zwemmers in de wilde en woeste golven van de Geest. Dit is mij niet altijd in dank afgenomen. Er is veel op de man gespeeld. Ik ben beticht van een heksenjacht. Met regelmaat is de "Jij bent bitter" kaart of de "Jij schrijft vanuit je pijn" kaart getrokken. Ik begrijp dat ook wel. Zodra je de motivatie van een schrijver omver kunt halen, hoef je zijn inhoud ook niet meer serieus te nemen. Ik denk dat veel reageerders niet weten dat ik zelf een fervent zwemmer in de wildheid van de Geest ben. Persoonlijk zoek ik dit meer binnen het Keltisch Christendom, maar daar is ook genoeg van Gods Geest te beleven en te ervaren...
“Matthijs, ben je bitter? Schrijf jij vanuit je pijn?” Op zich zijn dit goede vragen. Om eerlijk te zijn ervaar ik dit helemaal niet. Mensen die mij kennen, weten dat ik een positief en optimistisch mens ben. Liggend in de woeste golven van de Geest en kijkend naar het strand raakt het mij diep, als ik mensen in problemen zie komen in de charismatische golven in christelijk Nederland. Niet omdat deze charismatische golven verkeerd of fout zouden zijn, maar omdat niemand deze mensen het riedeltje van mijn vader heeft verteld. Terwijl een aantal leiders in al hun enthousiasme en hun grenzeloze passie deze mensen uitdagen om steeds dieper de zee in te gaan, zie ik mensen in het geweld van de golven door de stroming worden meegesleurd. Ik zie hen dichtbij de golfbrekers komen. Ik zie hen tegen het zand aanslaan als een golf hen ondertrekt en in een wasmachine effect gooit. Ik zie zelfs mensen verdrinken. Betekent dit dat niemand meer in de zee van Gods Geest mag zwemmen? Nee, natuurlijk niet! Wat zou dat zonde zijn! Als fervent zwemmer begeef ik mij hier ook en probeer zo nu en dan nog steeds een hoge golf mee te pakken.
Gebrek aan bescherming
Wat wil ik dan wel? Ik zou willen zien dat wij naast de geweldige avonturen en alle geestelijke highs ook oog hebben voor de worstelende zwemmers onder ons en hen beschermen. Ik mis in een bepaalde mate deze bescherming op het gebied van gebedsgenezing en het verlangen naar meer van de Geest. Hierdoor raken mensen soms beschadigd en dat doet mij pijn. “Schrijf je vanuit pijn, Matthijs?” Ja, ik schrijf vanuit pijn. Maar niet vanuit mijn eigen, persoonlijke pijn. Ik schrijf vanuit de pijn van mensen die, terwijl ze zoeken naar genezing, ervaren dat ze slechts meer beschadigd raken. Naast alle leuke en ook mindere leuke reacties op de artikelen, heb ik van een aantal mensen diep trieste verhalen gehoord over hun pijnlijke ervaringen in hun zoektocht naar genezing en hun verlangen naar meer van de Geest. Deze verwonde en beschadigde mensen zijn het die mij ertoe drijven om als een 'oude' man richting de zwemmers in de zee mijn riedeltje te roepen.
Weinig reflecterend vermogen
“Maar heeft dit wel zin? Denk je dat deze artikelen iets teweeg gaan brengen?” Ik ben bang van niet. De evangelische en charismatische beweging in Nederland, waar ik oprecht van houd, staat in het algemeen helaas niet bekend om haar reflecterend vermogen. Een kanttekening wordt al snel als kritiek gezien en kritiek zien wij als geloofsondermijnend. Geloofsondermijnend gedrag moet boven alles voorkomen worden! Ik vermoed dat bepaalde mensen mijn acht artikelen als een geestelijke strijd gezien hebben. Het motto is dan: “Zwijgen, wachten tot de storm overwaait en daarna doorgaan als tevoren.” Hetzelfde zien wij nu gebeuren bij de verdrietige val van Bill Hybels. Jarenlang heeft Bill en zijn gedachtegoed de evangelische beweging en veel van haar gemeentes mogen beïnvloeden. Sommige gemeentes hebben hun hele werkwijze op zijn gedachtegoed gebouwd. We hebben hem in ons land zowel veel invloed als een groot podium gegeven. Nu hij officieel door zijn eigen oudstenteam bestempeld is als "iemand die op het gebied van grensoverschrijdend gedrag gezondigd heeft", zwijgen wij en hopen wij dat de storm overwaait. “Vooral niks doen…” is het credo. “Over een paar maanden is iedereen alles vergeten en gaan we weer verder.” Waarom klinkt er geen roep in evangelisch Nederland met de vraag: “Wat kunnen wij van dit trieste einde van Bill Hybels bediening leren en hoe kunnen wij voorkomen dat dit andere leiders overkomt?” Wij zijn dus stil, omdat stilte onze overlevingsmodus is. Deze stilte heb ik ook rondom mijn artikelen ervaren. Naast twee hele goede inhoudelijke reacties van zowel Olaf ten Napel als Bert Panhuise (dank daarvoor!) is het stil geweest. En dat zal het ook wel blijven, vermoed ik.
Vooral positief blijven…
We zijn in het algemeen binnen evangelisch en charismatisch Nederland zo geënt op de positiviteit van onze boodschap dat elke kritische kanttekening gelijk als afbrekend wordt gezien. En afbrekend zijn is het ergste wat je kunt doen, want als beweging zitten we zelfs na veertig jaar nog helemaal in de opbouwfase. Alles moet opbouwend zijn. Daarin trappen wij helaas in de leugen dat positiviteit automatisch altijd opbouwend is en dat een kritische noot vanzelfsprekend altijd afbrekend is. Terwijl, als wij hier goed over nadenken, wij ons realiseren dat het soms misschien wel precies andersom kan zijn.
Als beweging zijn wij niet alleen geënt op de positiviteit. We zijn ook sterk gericht op het heden en op de toekomst. Hierdoor leren wij onvoldoende van de lessen uit het verleden. We vragen ons niet en publiek af “Wat kunnen wij leren van het einde van een leider zoals Bill Hybels?” of “Welke lessen waren er te leren van de introductie van de Toronto Blessing in ons land 25 jaar geleden? En hoe voorkomen we het risico om 25 jaar later weer dezelfde fouten te maken door enthousiaste mensen, die er toen niet bij waren?” Maakt mij dit bitter? Nee, maar ik kijk ernaar en ik zie tussen alle goede dingen, die er zeker gebeuren, mensen beschadigd raken en dat raakt mij!
Mijn riedeltje
Dus daar sta ik dus aan de kant van het strand te roepen. Ik zal nog één keer mijn riedeltje herhalen en dan (voor even) zwijgen.
1. We moeten voorzichtig omgaan met het aanbieden van genezing. Hierdoor krijgen (chronisch) zieke christenen soms ten onrechte hoop. Het is belangrijk om hen de pastorale zorg en begeleiding te bieden, met name als ze niet genezen.
2. We moeten mensen helpen om de juiste balans te vinden tussen het blijven zoeken naar hun genezing en het aanvaarden van hun ziekte als deel van deze gebroken wereld.
3. We moeten ons bewust zijn dat de vorm, waarin wij de genezingsdiensten gieten, er inherent voor zorgt dat er tijdelijke, menselijke genezingen ontstaan, waardoor zieke christenen zich ineens even beter kunnen voelen, heel veel hoop krijgen, om kort daarna zwaarder teleurgesteld te raken.
4. We moeten de juiste mate van veiligheid bieden rondom dit thema van genezing en wellicht meer aandacht besteden aan het Bijbelse principe van bidden van genezing door de oudsten in de gemeente dan het promoten van de massale en anonieme setting van een genezingsdienst.
5. We moeten geen collectes doen tijdens genezingsdiensten, omdat er een grote kans bestaat dat deze zieke mensen nog in een onderhandelingsfase met God zitten en hierdoor financieel ook nog eens in problemen kunnen komen.
6. We moeten voorzichtig omgaan met onze uitleg waarom God een zieke persoon wel of niet geneest. Vooral het element "geloof" speelt hierin een dubieuze rol. Het is te gemakkelijk om de schuld van het niet-genezen bij de zieke christen neer te leggen, waardoor deze persoon niet alleen ziek blijft, maar ook nog eens met een schuldgevoel naar huis gaat.
7. We moeten ons bewust zijn dat de podiumcultuur en de vorm van onze genezingsdiensten een extra druk op de leider legt die deze diensten organiseert. Niet elke leider kan hier even wijs en goed mee omgaan. De geschiedenis leert ons dat zowel in het buitenland als in ons land leiders hierdoor vallen en niet meer opstaan. We moeten onze leiders hierin tegen henzelf en tegen deze druk beschermen.
8. We moeten voorzichtig zijn met het zomaar opleggen van handen en het doorgeven van geestelijke imparties (het overbrengen van de kracht, of zoals ze vaker zeggen ‘de Geest’, waardoor er van alles lijkt te gebeuren), omdat wij niet kunnen garanderen dat de bidder ook niet iets van zijn of haar eigen zielskrachten of zelfs in een uitzonderlijke situatie een verkeerde geest doorgeeft.
9. We moeten zieke christenen helpen om door alle fasen van rouw te gaan, inclusief de fase van boos zijn op God. We hebben kerken en gemeentes nodig die een veilige plek kunnen bieden, waar christenen hun boosheid en woede kunnen uiten en de emotie echt goed kunnen doorvoelen.
Natuurlijk realiseer ik mij dat we helemaal niks 'moeten'. Ik ben maar iemand die met zijn voeten in het water staat te roepen. Betekent mijn geroep dat je niet meer mag spelen, zwemmen of surfen in de golven van de Geest? Absoluut niet! Ga en geniet ervan, maar houd wel een oogje voor elkaar open. Ga zorgvuldig en voorzichtig met elkaar om en kijk na elke grote golf of het met iedereen goed gaat en of iedereen er nog is.
Zo, nu stap ik van het strand af en ga zelf de golven weer in…
Laatste reacties