De Dans van God gaat altijd door. Het wordt nooit statisch. God geeft zijn danspartners weinig kans om even op adem te komen of als een muurbloempje even afstand te nemen. Verder, elke keer verder… Er zijn nog zoveel nieuwe bewegingen om te ontdekken, nieuwe pasjes om aan te leren. Verder, elke keer weer verder. Zo ook met het volk van Israël.
Vanuit de kettingen van de slavernij in Egypte begint God zijn allereerste danspasjes met de Israëlieten. Dwars door wateren van de Rietzee en het stof van de woestijn wervelen ze naar het land van melk en honing. Dit is voor het eerst dat God zijn dans niet alleen met een persoon als Henoch of Abraham danst, maar met een heel volk. Speciaal voor hen heeft hij daarom dan ook op maat een nieuwe dans gemaakt. Laten we het de Dans van Zwart/Wit noemen.
Als een goede opvoeder weet God wat zijn volk in deze prille kindfase van haar ontwikkeling nodig heeft. Hij past zijn Dans hierop aan. Hij doet weg met enige ruimte voor onduidelijkheid en veegt de kleurrijke tinten aan de kant. God regisseert een Dans die zo strak en zo scherp is, dat het zelfs bloed laat vloeien.
De dans van Zwart/Wit begint met een zwart/witte wet.
Tien Woorden tot in de puntjes uitgesproken.
Regeltje op regeltje gestapeld.
Iedereen weet altijd precies waar hij aan toe is.
Israël is nu nog een klein kind dat behoefte heeft aan duidelijke regels,
aan een zwart/witte god die deze regels bekrachtigd.
Zou God dit begrijpen?
Zou God zich willen aanpassen aan deze nood?
Is Hij echt bereid om zich speciaal voor deze Dans in het zwart/wit te kleden?
God lijkt samen dansen zo kostbaar te vinden, dat Hij zich moeiteloos omkleedt. Veel van zijn kleuren legt Hij af om hen de eerste dansstapjes van de Dans aan te leren.
Wat volgt, is een zwart/witte geschiedenis. Prachtige en vreselijke gebeurtenissen wisselen elkaar heel snel af. Voortdurend zie je de strijd tussen wit en zwart. Goede leiders die hun volk de weg van het Wit inleiden. Maar o wee, als ze sterven, dan grijpt Zwart haar kans. Ellende is het tragisch gevolg. Pas als het volk na decennia om God roept, komt er weer een nieuwe, goede leider. Maar ook deze man of vrouw sterft op een dag, waarop het Zwart dit vacuüm gelijk weer invult. Zo zien we een repeterende cirkel van Zwart versus Wit. Deze cirkel lijkt wel oneindig. Van Richteren gaan we naar de Koningen. Ook hier herhaalt de cirkel zich: goede koning, slechte koning, slechte koning, goede koning, slechte koning…
Zal er ooit een einde aan deze Dans komen?
De Dans begint zelfs voor God een sleur te worden.
Dus verhoogt Hij het tempo en verandert Hij de pasjes.
Het is tijd voor de ballingschap.
De Dans verplaatst zich.
De Dans transformeert.
Het tijdperk van het Zwart/Wit is ten einde gelopen. Deze komt ook nooit meer terug. Het Zwart/Wit heeft plaats moeten maken voor het tijdperk van het Grijs. Het is de tijd voor verwerken van het trauma.
Het trauma...
Stil staan bij de vernietiging van de eerste tempel in het verre Jeruzalem,
bij de koning die blind is,
bij de duizenden die door honger en het zwaard zijn omgekomen,
bij de vrouwen en dochters die massaal zijn verkracht en nu zwanger zijn van hun bastaardkinderen,
bij de zonen die veranderd zijn in slaven,
bij de bergen van twijfel in Babylon.
Het rouwen om wat is geweest en nooit meer terugkomt. Het is nu slechts grijs, het ontbreken van elke kleur. God lijkt ver weg. De Dans lijkt ten einde. De kindertijd van Israël is abrupt ten einde gekomen. Het is een soort van pubertijdfase voor hen. Ineens krijg je alle grote levensvragen voor je kiezen. Waar is de veiligheid van het zeker weten, van het zwart/witte denken gebleven? Waar is God?
God heeft zich opnieuw omgekleed. Vermond in een mantel van grijs is Hij moeilijk in deze grijze omgeving op te merken. Heeft Hij zich gecamoufleerd? Wil Hij niet worden gevonden? Of wil Hij juist dat wij gaan zoeken?
In de ballingschap van Babylonië vormen zich drie reacties op het verlies van de eerste Dans, op de komst van het tijdperk van het Grijs en de ogenschijnlijke afwezigheid van de Danspartner. Drie menselijke reacties die we keer op keer bij elke grote transitie zien plaatsvinden.
Onze eerste menselijke reactie bij zo’n groot verlies is om het verleden weer beet te pakken en nooit meer los te laten. Met verkrampte vingers trachten we vast te houden aan wat ooit geweest is, zelfs al glipt het als zand tussen onze vingers door. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat het juist in de ballingschap van Babylon, precies in het midden in het tijdperk van het Grijs is, dat de wetten en de regels van het Zwart/Wit tijdperk in cement worden gegoten. Onder de mom van ‘wie schrijft, die blijft’ worden alle mondelinge overdrachten op papier gezet. In Babylon wordt door deze groep mensen de Wet, het Oude Testament geschreven. Om vast te houden aan hetgeen wat ze niet willen kwijt raken, wordt het toevertrouwd aan het papier.
Dit is een logische reactie, maar niet de enige. Onze tweede menselijke reactie is net zo voor de hand liggend. We gooien het bijltje erbij neer:
“En wie kan het ons kwalijk nemen? Laat die verrekte Dans toch. Laten we de welvaart voor onszelf en voor de stad zoeken. Laten we er het beste van maken. Wij bouwen een blijvend thuis hier. Ooit was ik een fervente danser. Ooit was ik een gelover van het Zwart/Wit. Nu geloof ik niks meer. Ik lik mijn wonden. Ik zoek mijn geluk en maak er het beste van. Weet je, ik ben niet zoals die fanatici die blijven dromen over vroeger, zoals die fundamentalisten die op elke ‘i’ een punt willen zetten, niet zoals die dromers die hopen op een terugkeer naar Jeruzalem. Nee, laat mij maar mijn gang gaan. Ik heb het gehad met ze….”
Dan is daar onze derde reactie. Misschien wel de moeilijkste van alle drie. Aan de ene kant niet je uiterste best blijven doen om hoe dan ook vast te blijven houden aan het verleden. Aan de andere kant ook het bijltje er niet bij neergooien. Nee, deze derde reactie gaat een andere richting op.
Net als de eerste twee groepen bestaat ook deze derde groep uit scheppers.
Zij scheppen echter geen welvaart voor zichzelf of een wetboek voor de ander.
Ze scheppen ruimte.
Deze derde groep creëert ruimte. Ruimte voor het verlies, ruimte voor het verdriet, ruimte voor het doorleven van de emotie. Om echt verder te kunnen dansen, moet er opnieuw ruimte geschapen worden. Dit scheppingsproces vraagt moed, energie en kracht.
Er moet voldoende ruimte zijn…
Ruimte zodat elke aanklacht tegen God uitgeschreeuwd kan worden.
Ruimte voor elke twijfel om gefluisterd te worden,
voor elke vraag om gesteld te worden,
voor elke pijn om gehuild te worden.
Pas wanneer deze ruimte gecreëerd is, kan God als de Danspartner voorzichtig vanuit zijn grijze omgeving tevoorschijn komen.
Ook deze groep mensen schrijft een boek. Geen wetboek vol regels en afspraken. Of een marketingboek voor de welvaart in de stad. Nee, ze schrijven een klaagboek. Een beschrijving van hun nieuwe dans met de Allerhoogste; een bruiloftsdans:
“Zoals een Vader op een bruiloft een intieme dans met zijn dochter danst,
zo neemt God je in zijn armen.
Hij houdt je voorzichtig vast, terwijl je met je vuisten boos op zijn borst slaat.
Hij wiegt je op het ritme van de muziek, terwijl je al je aanklachten in zijn gezicht gooit.
Hij strijkt je teder over je haren, terwijl jij al je twijfel en vragen in zijn gezicht schreeuwt.
Hij danst liefdevol met je, terwijl jij al jouw pijn en frustratie op zijn schouder uithuilt.”
De Dans van het Grijze is niet te vergelijken met de Dans van het Zwart/Wit.
De kindertijd is voorgoed voorbij.
Het is de overgang naar de volwassenheid.
De scherpte van het Zwart/Wit is er af.
Liefdevol legt God zijn warme, grijze mantel om je heen.
Geen zeventig jaar lang, geen honderd jaar lang, geen tweehonderd jaar lang.
Nee, vierhonderd jaar lang duurt deze Dans van het Grijs.
Zelfs de terugkeer naar Jeruzalem en de herbouw van de tempel brengt geen enkele kleur terug.
Overheersing na overheersing zorgen voor grijze wolken boven een grijs wolk.
Totdat de Dans uiteindelijk verandert. Op een nacht verschijnt er plots een helder licht dat door de grijsheid heen schijnt. Een nieuwe ster als aankondiger van de derde en laatste dans; de dans van de Kleur. De danspassen en het ritme gaan opnieuw veranderen. Maar of we er ook klaar voor zijn?