Iedere christen heeft van God een gave gekregen. Toch lijkt het alsof we niet elke gave even hoog achten. Voor wellicht begrijpbare en menselijke redenen vinden wij de gaven van leiderschap, wonderen doen en genezingen bijvoorbeeld vaak belangrijker dan de gave van dienen of besturen.
Het is niet alleen dat we sommige gaven hoger en belangrijker achten. We plaatsen degenen, die deze gave van God gekregen hebben, ook nog eens op een voetstuk. We doen dit vooral met bepaalde mannen en vrouwen, die charismatisch leiderschap vertonen, die getuigenissen vertellen over de wonderen in hun bediening en die kracht lijken te hebben om mensen te genezen. Deze mensen maken zwaar indruk op ons. Zij zijn degenen naar wie wij met verwondering en ontzag kijken en die wij gezamenlijk op een voetstuk zetten.
We tillen hen als het ware boven ons uit en zeggen: “Jullie zijn beter dan ons.” Wij plaatsen hen zowel in ons hoofd als in de kerk op het podium. We geven hen een bovenrol, terwijl wij zelf dan nederig in een onderrol kunnen kruipen.
Ongezonde formule
Maar waarom doen we dit eigenlijk en is dat wel zo gezond voor hen? Zou het kunnen dat de formule van een genezingsdienst wellicht ongezond is voor de gebedsgenezer zelf? Dat zou toch wat zijn! Als je bediening gericht is op de genezing van anderen, maar dat de vorm waarin je dit giet tegelijkertijd ten diepste ongezond is voor jou… “Kijk vooral goed hoe de levenswandel van uw leiders eindigt.”, moedigt de schrijvers van de Hebreeën brief in hoofdstuk 13 zijn lezers aan.
Wat zien wij als met name naar beroemde gebedsgenezers in Amerika kijken en hoe zij hun bediening hebben beëindigd? We zien veel seksuele affaires, machtsmisbruik, financieel wangedrag, soms zelfs gevangenisstraffen. Is het dan logisch dat je jezelf afvraagt: “Wat gaat er mis?” Misschien doen wij iets met deze mannen en vrouwen dat lijnrecht tegen de waarden en de principes van Gods koninkrijk ingaat. Wat als volgelingen van Jezus niet gemaakt zijn om op een voetstuk geplaatst te worden?
Een gezonde volgeling
Ik geloof dat het heel lastig is om een gezonde volgeling van Jezus te zijn en tegelijkertijd allemaal titels opgeplakt te krijgen, te worden vereerd, altijd in het spotlicht te staan, wereldberoemd en schatrijk te worden met je bediening. Dit soort succes kan zo gemakkelijk een afgod worden. Het is een manier waarop we zelf bestaanszekerheid en waarde kunnen opbouwen. Het is echter ook hard en koud, net als een échte afgod, zoals het gouden kalf. En als je vervolgens van je perfectie valt, kan je alleen nog maar in gebroken scherven uiteenvallen. Waarom verwachten wij als christenen dit dan toch van onze leiders? Dit heeft te maken met het feit dat we deze mensen macht toedichten.
De hele formule van de genezingsdienst is erop geënt dat de gebedsgenezer niet een van ons is. Hij is namelijk anders dan ons. Kijk hem daar staan op het podium in zijn mooie pak in het spotlicht! De formule vraagt van ons dat we hem en zijn woorden macht geven. Vanzelfsprekend gaan wij hierin mee. De gebedsgenezer beschikt namelijk over een gave waar wij naar verlangen. Als je zelf chronisch ziek bent en iemand heeft de gave van genezing, dan is het een gemakkelijke stap om deze persoon onbewust of bewust macht toe te dichten. Deze persoon heeft namelijk iets wat jij heel hard nodig hebt. Een gevolg hiervan is dat we deze persoon willen behagen, eren, onszelf aan hem willen onderwerpen – alles wat maar nodig is om uiteindelijk te krijgen wat we nodig hebben. Net zoals we onbewust proberen op God’s ‘good-list’ te komen, zo is er ook het gevaar dat we dit met onze gebedsgenezers doen.
Natuurlijk gebeurt dit niet bewust. Niemand kiest er bewust voor om zich nederig te onderwerpen aan een ander mens met de hoop om via die persoon iets van God te ontvangen, maar omdat wij menselijk zijn gebeurt dit vaak genoeg wel. Maar daar stopt het niet. We dichten hen niet alleen macht, maar ook de goedkeuring van God toe. De redenatie gaat een beetje als volgt: “Omdat God krachtig door deze mannen en vrouwen werkt, is God het automatisch eens met alles wat zij zeggen en met alles wat zij doen. Anders zou Hij niet zo krachtig door hen heen werken. Deze mannen zijn echte, heilige mannen Gods. Ze zijn door God aangesteld en door Hem gezalfd. En de krachtige wonderen en tekenen, die door hun bediening plaatsvinden, zijn het bewijs dat wat zij zeggen en doen Gods goedkeuring kan verdragen.”
Tegelijkertijd gaat er veel mis
Als een redenatie klinkt het logisch en Bijbels genoeg. Tegelijkertijd zie je in de praktijk dat juist vaak in de levens van ‘deze mannen en vrouwen Gods’ van alles mis lijkt te gaan. Terwijl er wonderen op het podium lijken te gebeuren, kunnen er blijkbaar op dezelfde tijd allerlei wantoestanden en grove 'zondes' in het leven van die genezer plaatsvinden. Hoe rijm je dat met het idee dat Gods kracht en Gods goedkeuring aan elkaar verbonden zijn? Wat als dit niet zo is?
Kijkend naar de praktijk, lijkt het zo te zijn dat Gods kracht en een goddelijk leven leiden blijkbaar niet samen hoeven te gaan. God lijkt een hele lage lat neer te leggen, voordat Hij met zijn kracht door iemand heen gaat. Als dit klopt, dan kun je dus een goddelijk leven leiden zonder dat er enige wonderlijke kracht van God door je leven heen lijkt te gaan. Dit betekent ook dat je een goddeloos leven kan leiden, terwijl Gods wonderlijke kracht door je heen stroomt.
Tegelijkertijd zien we duidelijk in de Bijbel het idee terug dat je man of vrouw Gods kan zijn en dat dit zichtbaar is door je leven: “Aan de vruchten herken je de boom”. De realiteit van gevallen gebedsgenezers laat zien dat we deze vruchten misschien niet specifiek moeten zien als wonderen of genezingen, maar als de vruchten van de Geest in het leven van die persoon. Wij hebben dus blijkbaar de neiging om goddelijke goedkeuring op de genezer te plaatsen, maar de praktijk leert ons dat dit ogenschijnlijk zo niet werkt. Kracht en wonderen staan blijkbaar los van goddelijke goedkeuring…
Lastig? Super lastig! Dit is niet een simpele verklaring. Het is niet eens een verklaring en het is zeker niet zoals het zou moeten zijn. Maar blijkbaar is dit wat de praktijk ons laat zien.
Bijbelse onderbouwing
“Maar wacht eens even, heb je hier een Bijbelse onderbouw voor?”, kan je je misschien afvragen. Dit is een goede vraag. Ik weet dat er volgens Jezus mensen zullen zijn die tegen hem gaan zeggen: “Hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, bevrijdingen en wonderen gedaan?”, waarop Jezus zal antwoorden: “Ik heb u niet gekend.” Je bent niet gekend zijn door Jezus, terwijl je wel in zijn naam allerlei genezingen en wonderen hebt gedaan. Hoe kan dat? Omdat jouw leven uiteindelijk niet de vrucht van de zelf-opofferende liefde en de zorg voor de medemens kende, die Jezus hier zo belangrijk lijkt te vinden. Heftig? Heel heftig! En ondertussen blijven we onze goedkeuring gewoon op hen plakken.
“Dus wat? Gebedsgenezers zijn eigenlijk geen mannen en vrouwen Gods en vooral zondige mensen? Ze zijn eigenlijk slecht? Is dat wat je wilt zeggen?” Ik kan me voorstellen dat dit misschien voelt als de richting die ik op ga, maar dat is niet waar ik heen wil. Gebedsgenezers verdienen niet vooral onze kritiek. Ze verdienen vooral onze empathie. Heb jij je weleens ingeleefd in het leven van een gebedsgenezer? Je moet je voorstellen wat voor druk er op de schouder van zo’n iemand tijdens een genezingsdienst ligt:
“Het is weer de zoveelste zondag van de maand, dus tijd voor jouw genezingsdienst. Misschien zit je lekker in je vel. Misschien voel je vol van de Geest. Misschien zit je er helemaal niet bij met je hoofd of voel je je droog. Gaat God vanavond iemand genezen? Je weet het niet. Je weet namelijk als geen ander, dat je geen enkele invloed hebt of God deze avond mensen wel of niet wonderbaarlijk gaat genezen. Tegelijkertijd voel je als mens wel die druk om te presteren. Zelfs al wil je dit niet, dan voel je alsnog de drang om je bediening en je naam hoog te houden. Wat zullen de mensen over jou denken, als er helemaal niets gaat gebeuren? Ook al vecht je er tegen, voordat je het weet, kruipen deze onzekerheden je hart binnen.
Tovenaar van Oz
Dus je hijst je in je mooiste pak. Je plaats een glimlach op je gezicht. Je stapt het podium op, in het spotlicht en je doet je ding. En er zijn avonden dat God je geweldig lijkt te gebruiken en er zijn avonden dat jij je als de tovenaar van Oz voelt, een oude man die met touwtjes achter de gordijnen dingen in beweging zet, terwijl iedereen denkt dat jij de wonderlijke krachten bezit.
Als je niet oppast, ontstaan er op een gegeven moment twee personages in je leven: je charismatische / podium personage en je onzekere / worstelende personage. Onbewust kan je over verloop tijd door deze personages in een grote spagaat terecht komen en dan wordt er ook nog eens van alles op je geplakt. Andere christenen plakken namelijk hun mooiste sterren op jou. Net zoals bij Wout (in ‘Sterren en stippen’ van Max Luxado) alle zwarte stippen blijven zitten, omdat Wout gelooft dat hij niks waard is, blijven bij jou de sterren plakken, omdat je het ten diepste heel hard nodig hebt om bevestigd te worden in je zelfbeeld.
Bezwijken door de sterren
Terwijl je ‘volgelingen’ hun mooiste sterren op jou plakken, zodat ze zelf minder naar hun eigen waardeloze stippen hoeven te kijken, kom je zelf vol met sterren te hangen. Deze sterren vervullen je echter niet. Het voelt even goed, maar uiteindelijk zijn ze alleen maar extra gewicht, dat op je rust, terwijl je al in een spagaat zit. Waarom zijn wij dan zo verbaasd als jij door de spagaat en door het gewicht van al onze sterren uiteindelijk bezwijkt en flink onderuit gaat?”
Zolang wij vanuit onze noodzaak de cultus rondom deze ‘mannen en vrouwen Gods’ in ere houden, moeten wij niet verbaasd zijn dat er maar weinig beroemde, christelijke ‘mannen Gods’ lijken te zijn, die de race goed kunnen eindigen. Paulus schrijft in Hebreeën 12 dat we alles moeten afleggen wat ons hindert om de race te voltooien. Het blijft lastig rennen in een spagaat met al die kilo’s sterren op je rug!
Onze huidige vorm van genezingsdiensten zijn niet alleen ongezond voor de kwetsbare doelgroep, maar juist ook voor de gebedsgenezer zelf. Mede daarom pleit ik ervoor dat wij deze formule van de genezingsdienst opnieuw gaan doordenken!