Deel 2 in de drieluik over 'disability theology' - Katie Vlaardingerbroek
In Genesis begint het verhaal van de mens met een prachtig beeld: wij krijgen adem ingeblazen door God. Wij zijn allemaal gemaakt naar het beeld van God zelf. Dit maakt mensen inherent waardevol en kostbaar. Zelfs na de zondeval, als Adam en Eva de Hof van Eden verlaten, blijven mensen het beeld van God met zich meedragen. De meeste theologen zullen zeggen dat een deel van onze connectie met God gebroken is, maar dat we ook nog steeds aan God kunnen spiegelen.
De Bijbel geeft ons echter niet een kant-en-klaar-antwoord waarin wij mensen op God lijken. De meeste theologen probeerden deze vraag te beantwoorden door te kijken naar de vaardigheden die mensen anders maken dan dieren: rationaliteit, bewustzijn, relaties kunnen aangaan, keuzes kunnen maken. In deze eigenschappen, in de menselijke kracht, zagen zij God terug. En we denken nog steeds onbewust langs deze lijnen.
Een perfect beeld
Ook al hebben we een God die Zichzelf aan het kruis openbaarde in zwakte, vernedering en lijden, zoeken we het Godsbeeld in het mens-zijn meestal in het krachtige en het perfecte. “Omdat God perfect is, moet het beeld van God gevonden worden in dat wat perfect is, of dat wat zich richting perfectie beweegt,” zoals één theoloog, (Hull, 2004) het samenvat.
Natuurlijk zijn er veel aspecten van dit verhaal dat mooi of logisch lijken. Maar wat zegt dit verhaal over de persoon met een mentale beperking, iemand met dementie, een lager IQ, een spierziekte waardoor hij of zij opgesloten zit in zijn of haar lichaam, de comapatiënt? Heeft deze persoon die niet op dezelfde manier cognitief of communicatief bezig kan zijn dan minder van God in zich? Verschillende theologen zullen botweg “ja”, hierop zeggen. Maar ook christelijke leiders en vooral gebedsgenezingsleiders, die zich hier niet bewust mee bezig houden, zeggen vaak indirect “ja”, op deze vraag. Als God namelijk perfect is en wij voor de zondeval en in de hemel ook perfect waren en zullen zijn, dan is beperking iets van de zonde.
De keren dat mensen met een beperking hun verhaal delen binnen de kerk of theologie zijn op één hand te tellen. Ze worden meestal over het hoofd gezien. Eén van de weinige verhalen die wel specifiek over het leven met een beperking gaat, komt uit de genezingshoek vandaan. Dit is het verhaal dat ziekte en lijden te maken hebben met persoonlijke zonde. Vanuit dit theologische denken wordt gesproken over “in genezing gaan staan”, of “geloof leidt tot genezing”.
In de Bijbel is dit ook het eerste wat de discipelen dachten, toen ze in Johannes 9 een blindgeboren bedelaar zagen. “Hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?” vragen ze aan Jezus. “Hij niet en zijn ouders niet”, antwoordt Jezus, “maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden.” Voor theologen die zich bezighouden met beperkingen is dit een hele belangrijke tekst. Jezus zelf zegt hier dat geboren worden met een beperking niets te maken heeft met gezondigd hebben. De blinde wordt ook niet genezen, omdat hij besluit met zijn zonde te breken of heiliger te leven. Hij wordt genezen om de mensen iets van God te laten zien.
Gebroken gemaakt
Op het eerste gezicht klinkt dit als een overwinning voor mensen met een beperking. We zijn niet zondig, maar… gebroken gemaakt, zodat we door God weer gelijmd kunnen worden en anderen kunnen juichen om Zijn kracht? Dit is het andere verhaal, dat we meestal als alternatief verhaal hebben: mensen met een beperking bieden in hun imperfectie en zwakte een mogelijkheid voor God om Zichzelf te laten zien als een genezende, liefhebbende God. Het is niet de persoon met een beperking, zoals bijvoorbeeld autisme, die iets van de perfectie, de kracht en de vaardigheid van God kan weerspiegelen. Het is eerder dat de persoon met een beperking als een gebroken vaas iets van God kan laten zien, als God besluit om de stukken weer aan elkaar te lijmen.
Mensen zonder beperking zijn helemaal naar het beeld van God gemaakt en laten Hem zien aan de wereld als een spiegel. Mensen met een beperking zijn gedeeltelijk in het beeld van God gemaakt en laten Hem zien als een kapotte vaas die gelijmd kan worden. Dit is het zwart-witte verhaal dat vaak in veel subtielere manieren verwoord wordt. Veel theologen zouden namelijk ook benadrukken dat mensen met een beperking inherent goed en waardevol zijn. Ze hebben de potentie om op te bloeien en zullen dit in het hiernamaals doen, maar door de gebrokenheid van de wereld kunnen ze in deze wereld niet tot hun volle potentie groeien. Hun beperking staat in de weg.
Er is niets goeds of van God in de beperking zelf. Het is de beperking die de persoon tot een gebroken vaas maakt, niet de persoon zélf zoals God hem of haar bedacht heeft. Binnen mijn opleiding heb ik me verdiept in de theologen die over beperkingen nadenken en dit is het verhaal dat keer op keer naar voren komt. Dit is op het moment zelfs de inclusieve en beperkings-vriendelijke optie. Maar voor mij werkt het niet.
Als dit namelijk écht zo zou zijn, als dit is wat Jezus bedoelde in Johannes 9, hoe zit het, bijvoorbeeld, met de persoon die halverwege zijn leven ziek wordt? Is hij een spiegel die opeens een verzameling scherven wordt? Of nog ingewikkelder, hoe zit het met de persoon die periodes heeft waarin ze heel ziek is en periodes waarin ze helemaal gezond is?
Genezingszoektocht
Volgens alle theologen zou ik, zoals ik nu ben, helemaal naar het beeld van God gemaakt zijn. Raakte ik dat beeld van God kwijt, toen ik in een rolstoel zat? Kan ik het weer kwijtraken als mijn Crohn weer helemaal opvlamt? Wat een doodeng idee! Stel dat ik als ik ouder word dementie krijg of te maken krijg met een ernstige hersenbloeding, raak ik mijn mogelijkheid om God te laten zien aan de mensen om me heen dan ook weer kwijt? Ben ik dan opeens niets meer dan een hoopje gebrokenheid, dat alleen in haar genezingszoektocht en overwinning een waardevolle plek krijgt binnen christelijk Nederland?
Hoewel het deel van mij dat mijn zieke lichaam haat dit soms vreest, hoop en geloof ik ten diepste dat dit niet waar is. Of in elk geval, dat dit niet zo zou moeten zijn. Voor mij gaat dit namelijk regelrecht in tegen de inherente waarde van elk menselijk leven, dat binnen het christelijk geloof zo belangrijk is. Die inherente waarde koppelen aan de potentie van de persoon áls hij of zij helemaal gezond en “normaal” zou zijn, is hierin voor mij ook geen goed alternatief.
Anders zijn
Dit theologische verhaal betekent namelijk dat in deze wereld, waarin de potentie niet kan opbloeien, mensen met beperkingen anders zijn en ons verder weinig te bieden hebben. Ik geloof heel sterk, en heb zelf keer op keer door mijn werk met volwassenen met ernstige mentale beperkingen ervaren, dat dit niet waar is. Daarnaast geloof ik ook, zoals ik in het volgende deel zal laten zien, dat dit ook niet is wat de Bijbel ons vertelt.
Daarnaast is de grens tussen beperkt en niet-beperkt eigenlijk niet te trekken. Natuurlijk zijn er duidelijk verschillende fysieke en mentale aandoeningen, sommigen ernstiger dan anderen. Wat wij echter als een beperking zien, heeft helemaal met onze werkcultuur en technologie te maken. Door gehoorapparaten, brillen, rolstoelen, antidepressiva, protheses en blind geleidenhonden kunnen we opeens sociaal blijven functioneren met beperkingen die ons eerst uit de werkende, en dus waardevolle, laag van de samenleving geplaatst hadden.
Onderscheid tussen gezond en beperkt
Niemand ziet de dominee met bril als iemand met een beperking. Voordat de bril bestond, was deze persoon echter zwaar gelimiteerd geweest bij zijn studie en had hij geen dominee kunnen worden. De dominee met bril die nu, als een sterke spiegel, man Gods is, was toen een gebroken vaas geweest, niet veel anders dan de blinde man uit Johannes 9. Wat wij, ook binnen de kerk, als limiterende beperkingen zien heeft dus veel meer te maken met onze werkcultuur en technologie dan met Gods geschapen orde en onze theologie. Het onderscheid tussen “gezond” en “beperkt”, spiegel en gebroken vaas, werkt niet.
Dit verhaal is niet wat we als christenen zouden moeten uitdragen aan onze medechristenen. Bijna iedereen die bijdraagt aan dit verhaal zou het onmenselijk en onchristelijk vinden als het uitgespeld voor ze ligt. Hoe gebeurt het dan toch? Komt dit alleen uit de gebedsgenezingswereld of is er misschien een veel groter probleem?