Als ik mensen over gebedsgenezing en genezingsdiensten hoor spreken, vraag ik mij weleens af of wij het woordje ‘geloof’ niet als iets magisch zijn gaan gebruiken. We zeggen bijvoorbeeld: “Je moet in je geloof gaan staan.” Of we zeggen: “Je moet hier wel geloof voor hebben.” Of we vragen: “Wie heeft vanavond geloof voor?”
En ergens begrijp ik het wel. De achterliggende gedachte is dat Jezus geloof nodig had om te genezen. Maar waar hebben we het dan over? Wat vroeg Jezus werkelijk van de mensen die hij genas?
Hoeveel geloof heb je nodig?
Laten we de blinde bedelaar Bartimeus nemen. Jezus vroeg hem: “Wat wil je dat ik voor je doe?” Het antwoord van Bartimeus luidde: “Heer, ik wil zien!”, waarop Jezus antwoordde: “Uw geloof heeft u behouden.”en hij kon zien. Als ik dat lees, vraag ik me af: “Hoeveel zieke christenen zouden iets anders hebben geantwoord, als Jezus hen dit gevraagd had?” Dit geloof om Jezus te vertellen wat wij graag willen, hebben wij allemaal.
Dus over welk geloof hebben we het, als we zeggen dat we geloof nodig moeten hebben, voordat God ons kan genezen? Hebben we het misschien over het geloof van de bloedvloeiende vrouw, die Jezus aanraakte en daardoor genas? Jezus die zich omdraait en haar vertelt dat haar geloof haar heeft behouden? Hoeveel zieke christenen zouden niet bereid zijn om Jezus aan te raken met het geloof dat hij hen geneest?
Raak het beeldscherm aan...
Als we al zelfs bereid zijn om voor genezing het beeldscherm van onze televisie aan te raken, hoeveel te meer niet Jezus als hij daadwerkelijk bij ons is? Is dat het geloof waar wij over hebben? Of gaat het om het geloof van de twee blinde mannen, die Jezus om hulp vragen. “Geloven jullie dat ik jullie kan genezen?”, vraagt Jezus hen. Als ze hierop positief antwoorden, zegt Jezus dat hun geloof hen beter heeft gemaakt. Welke zieke christen zou “nee” op deze vraag van Jezus geantwoord hebben? Niemand toch!
Als je dit zo leest, vraagt Jezus eigenlijk helemaal niet zoveel geloof van mensen, voordat hij beweert dat hun geloof hen genezen heeft. Je moet een antwoord geven op de vraag wat je wilt. Dit kunnen wij allemaal! Je moet in vertrouwen Jezus aanraken. Dit willen wij allemaal! Je moet geloven dat hij het kan. Dit doen wij allemaal! Bijna elke zieke christen kan deze drie punten aanvinken. Toch wordt ons verteld dat we meer geloof nodig hebben, voordat we genezing kunnen ontvangen. Over wat voor geloof hebben we het dan? Vraagt Jezus meer van ons dan van de mensen in zijn tijd? Of maken we wellicht iets magisch van het concept ‘geloof’?
Gevoelens van falen vanwege gebrek aan geloof
Hoeveel geloof moet je hebben voordat God je kan genezen? Kan je dat uiten in grammen, millimeters of deciliters? Waar hebben we het over, als we “vol van geloof” zeggen? Is dat meetbaar of geeft het je juist, omdat het niet meetbaar is, altijd het gevoel dat je faalt en dat je God tekort doet met je gebrek aan geloof?
Als Jezus zomaar een dode jongen kan aanraken, die hem geen enkel geloof kan bieden en hem kan laten opstaan uit de dood, waarom moeten wij dan zoveel mogelijk extra geloof meenemen voor een genezing? “Ja, maar je kent toch de Bijbeltekst dat Jezus geen wonderen kon doen vanwege het ongeloof in Nazareth? Als Jezus toen geen wonderen kon doen vanwege het ongeloof, kan hij dat vandaag ook niet.” Deze gebeurtenis staat inderdaad twee keer beschreven. In Matteüs 13 lezen we dat Jezus niet veel wonderen verrichtte vanwege het feit dat zij hem niet erkenden voor wie hij was. De mensen van Nazareth zagen alleen maar de menselijke Jezus die zij kenden. Jezus ziet hun ongeloof en verricht weinig wonderen. Is dat een bewuste keuze van Jezus of een beperking van zijn macht?
Jezus, meer dan een timmerman!
In Markus 6 lezen we dat Jezus in Nazareth geen wonderen kon doen, behalve een paar zieken genezen en dat hij verbaasd over hun ongeloof was. Ik heb me laten vertellen dat de Griekse woorden ‘ouk edunato’, die hier gebruikt worden, betekenen dat je ervoor kiest om iets niet te doen, terwijl je tegelijkertijd over de macht beschikt om het wel te doen. Het lijkt hier dus om een bewuste keuze van Jezus te gaan. Maar even losstaand van het feit of Jezus ervoor koos om geen wonderen te doen of daadwerkelijk gelimiteerd was door hun ongeloof, het gaat om het probleem van de mensen in Nazareth. Hun probleem was namelijk dat zij Jezus zagen als de zoon van Jozef en hem niet erkenden in zijn ware identiteit.
Hoeveel zieke christenen hebben hier daadwerkelijk last van? Ik kan me niet voorstellen dat christenen, die geloven in de genezende God en die een genezingsdienst bezoeken, Jezus slechts zien als een timmerman, een mens zoals wij, in plaats van de machtige Zoon van God. Het lijkt me dan ook erg sterk dat dít dé reden is waarom sommige christenen, die genezing zoeken, wél genezen en anderen niet. Dus wat is het dan wel?
Maskeren van onze eigen onzekerheid?
Zou het zo kunnen zijn dat, als wij spreken over dat je meer geloof moet hebben voor een genezing, wij dit eigenlijk zeggen, omdat we het anders ook niet begrijpen waarom het wonder niet gebeurt? Gebruiken we het onbewust om onszelf meer zekerheid te bieden door een simpele verklaring te bieden voor Gods mysterieus en onsystematisch ingrijpen in de wereld? Ergens is dit heel logisch: wij mensen hebben nou eenmaal behoefte aan een vast fundament.
Het is menseigen om te zoeken naar patronen die het leven voorspelbaarder en dus minder eng maken. Het probleem is echter dat er met deze specifieke verklaring automatisch een schuldvraag op tafel komt. Wie is degene geweest die onvoldoende geloof voor de genezing had? Iemands geloof heeft tekort geschoten. Maar omdat de schuld nooit bij God kan liggen en de gebedsgenezer ook meestal buiten schot blijft, komt de schuld automatisch bij de kwetsbare, zieke christen terecht. Dit betekent dat de zieke christen niet alleen nog steeds ziek is en moet gaan dealen met zijn of haar teleurstelling over de uitgebleven genezing, maar dat deze persoon nu ook nog met een schuldgevoel naar huis gaat. Het is namelijk de zieke christen die gefaald heeft.
De zieke christen heeft gefaald...
Wat zou het erg zijn als onze onbewuste zucht naar zekerheid ervoor zou zorgen dat zieke christenen met een zwaardere last naar huis gaan dan waarmee ze gekomen zijn!
Zou het kunnen zijn, dat terwijl de gebedsgenezer tijdens een genezingsdienst in zijn ogen druk bezig is om geloof bij de mensen op te bouwen door middel van video’s vol wonderen en door zijn stimulerende preek, hij eigenlijk meer bezig is met een psychologisch proces van mensen ophypen dan met een echte geestelijke noodzaak?
Oppompen en leeglopen
Is het misschien juist de nadruk op het oppompen van ons geloof, dat ervoor zorgt dat er zoveel tijdelijke, halfslachtige en ‘menselijke’ genezingen tijdens de dienst plaatsvinden? En loop je dan niet het risico dat, als je op deze wijze al die mensen zo oppompt, zij dan later ook weer leeglopen met alle gevolgen van dien?