Een paar keer per jaar doe ik mee met de loterij. Van mijn zakgeld koop ik een kwart lot. Ik droom over het geld dat we misschien gaan winnen, hoewel ik in mijn hart weet dat de kans heel klein is dat je ook daadwerkelijk wint. Als de trekking geweest is en ik de volgende dag mijn lot check, roep ik met een glimlach: “Weer niks gewonnen!”
Het kopen van een lot doe ik uit mijn overvloed. Ik mis die drie euro op jaarbasis echt niet. Het geeft me even wat leuke hoop en geen teleurstelling als ik niks win. Hoe anders gaat het in veel genezingsdiensten…
Het is nooit gratis om naar een genezingsdienst te gaan. En dan heb ik het niet over geld. Het kost je namelijk altijd hoop.
Als je naar een genezingsdienst gaat, hoop je dat God je geneest. Maar tegelijkertijd weet je, als je eerlijk met jezelf bent, dat die avond slechts maar een paar mensen genezen zullen worden, als er al genezing plaatsvindt. Toch ga je met hoop in je hart. Misschien is het vanavond jouw avond. Misschien toont God Zijn goedheid deze avond aan jou. Misschien ga je naar huis zonder chronische pijn of ziekte. Je pompt jezelf op. Je wilt zo graag zo vol geloof zijn.
Dus je komt met hoop. Maar negenennegentig van de honderd mensen gaan met dezelfde ziekte weer naar huis. En natuurlijk ben je hartstikke blij en dankbaar voor die ene mevrouw met reuma die plotseling volledig genezen is. Maar jij hebt ook reuma en alles doet pijn als je die avond in je bed ligt. En dan komen de vragen: “Waarom die mevrouw wel en ik niet? Is er iets mis in mijn leven, dat God mij niet geneest? Wat is er mis met mij? Houd God dan niet van mij? Wat is dat eigenlijk voor God die een ander wel geneest, maar mij niet, terwijl het toch zo gemakkelijk voor Hem is?
Dit zijn vragen waar je van schrikt! Vragen die je eigenlijk niet van jezelf mag stellen, maar die in de stilte van de nacht toch jouw stilte binnendringen. Eerst zie je deze vragen nog als aanvallen van de duivel, tegen wie jij je probeert te verweren. Je gaat staan in je geloof. Maar de vragen blijven komen. Moet je hier wel tegen vechten of mag je antwoorden zoeken op deze vragen?
Ondertussen komt de volgende genezingsdienst eraan. Natuurlijk ga je weer met hoop naar de dienst. Misschien zal God mij deze keer wel genezen! Je merkt dat het moeilijker is om hetzelfde niveau van hoop met je mee te brengen. Maar gelukkig doet het zingen en de preek je goed en je voelt je hoop weer stijgen.
Maar helaas, vanavond heeft God je weer niet genezen. Over de volgende maanden merk je dat de hoop steeds minder wordt. Het lijkt alsof hoop niet oneindig is. En dat is gevaarlijk, want hoop kan je niet missen. Het is namelijk de anker voor je ziel. Als je je hoop kwijt raak , raak je veel kwijt, veel mensen raken ook dan hun geloof in God kwijt. In die zin is het een zeer kostbaar psychisch fenomeen, dat je niet moet verkwanselen.
Wat nu als elk bezoek aan een genezingsdienst, waarin God je niet geneest, je hoop kost en op de dag de hoop niet meer te vinden is! In Spreuken 13 lezen wij dat almaar onvervulde hoop ziek maakt. Je kunt dus niet ‘kosteloos’ een lange tijd om een genezing blijven hopen, zonder dat deze onvervulde hoop je nog zieker maakt. En je bent al zo ziek!
Het gevaar bestaat dat je leeg raakt en waar moet je dan nog naartoe? Hoelang moet je deze genezing nog blijven zoeken?
Dit is een vraag die jij alleen met God kunt beantwoorden. Paulus bad drie keer vanwege de doorn in het vlees. Hierna stopte hij, omdat God hem dit duidelijk maakte. Wij weten niet precies wat de doorn in het vlees van Paulus was. Theologen discussiëren hier al eeuwen over. In ieder geval weten wij dat het iets was waar hij graag verandering in wilde zien, hij niet bij machte was om dat zelf te realiseren, en dat hij eronder leed. God zei tegen hem. Je moet het accepteren.
Wat moet je doen?
Soms denk ik dat het gemakkelijker was geweest, als God had gezegd: “Ik genees geen lichamelijke ziekten.” Dan hadden we Hem kunnen vertrouwen op een toekomst in de hemel en op kracht, aanwezigheid en ondersteuning hier op aarde. Maar het feit is dat God wel geneest, zij het heel sporadisch. Dat maakt het juist zo lastig.
Deze zeldzame en sporadische genezingen geven namelijk hoop aan de duizenden christenen die niet beter worden gemaakt, ziek blijven en soms zelfs aan hun ziekte overlijden. Dus hoewel de zeldzame genezing van het ene individu prachtig is, komt dit tegelijkertijd met een prijs voor de meerderheid. Een hoge prijs die we vaak niet durven te benoemen.
De vraag, die ik hiermee wil aankaarten, is niet: “Geneest God wel? En moeten we wel naar gebedsgenezingsdiensten gaan?” De onderliggende vraag, die ik wil stellen, is: “Hoelang moet je als zieke christen op genezing blijven hopen? Mag je ook op een gegeven moment in vertrouwen jouw ziekte en jouw verlangen tot genezing helemaal in Gods handen plaatsen?
Ik geloof dat dit net zo’n grote sprong, misschien zelfs wel een grotere sprong van geloof is. Ik wens je toe dat je de vrede zult vinden om op het juiste moment voor jou samen met God tot het punt te komen dat je kunt zeggen: “U weet dat ik ziek ben. Als u Mij wilt genezen, dan sta ik daar altijd open voor, maar ik ga uw genezing niet meer zoeken. Ik weet dat U ook in mijn ziekte bij mij bent. Geef mij de kracht om deze ziekte samen met U te dragen.”
Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat hierin een grote mate van rust te vinden is.