Ik weet nog goed dat onze dochter Katie op haar veertiende de chronische ziekte van Crohn kreeg. Bijna twee jaar lang kon ze niet naar school vanwege vermoeidheid en pijnklachten. Een aantal weken had ze zelfs sondevoeding met een slangetje in haar neus. Als vader heb ik me nooit zo machteloos gevoeld. Ik denk dat ik in die tijd door alle rouwfases van Elisabeth Kluber-Ross heen en weer ben geschoten.
Een van die rouwfases is de fase van onderhandeling. En met wie kan je beter onderhandelen dan met God? Ik heb God in mijn zorgen en verdriet dan ook van alles aangeboden. Ik heb Hem gevraagd om mij die ziekte te geven in plaats van aan Katie. Ik heb gezocht of ik mij op een diepere en grotere mate aan Hem kon toewijden met de hoop dat Hij haar zou genezen. Ik heb Hem van alles beloofd.
Waarom vertel ik jullie dit hele persoonlijke verhaal?
Rouwen doe je niet alleen wanneer je een dierbaar verliest. Je rouwt ook over alle vormen van verlies in je leven. Het rouwproces is namelijk het proces van acceptatie en verwerking. Iedereen die chronisch ziek is, die lijdt, die een kind met een ziekte of met een handicap heeft of die zelfs opgegeven is door de artsen gaat door een rouwproces.
Tenminste als ze dit proces willen en durven aangaan, want soms gebeurt dit niet en is er sprake van gestagneerde rouw, maar daar kom ik in een later artikel op terug. In een normale rouwproces gaat iedereen dan ook op zijn of haar manier door een onderhandelingsfase. Christenen en soms ook niet-christenen proberen hierin automatisch te onderhandelen richting God en dat is logisch, omdat Hij in onze ogen alle macht heeft.
Stel je voor, je bent ziek, of je kind is ziek en je weet ergens dat slechts een heel klein percentage van christelijke zieken hier in Nederland wonderbaarlijk door God genezen worden. Hoe kan jij ervoor zorgen dat jij hoog op een Gods genezingslijstje staat?
Gods keuze beïnvloeden
Misschien is dit een onzinnige vraag voor jou als gezond mens, maar als je ziek bent, pijn lijdt of nog erger je kind lijdt pijn, dan wil je alles doen om je kind beter te maken. Ook alles richting God. Als er ook maar iets is, dat jij zou kunnen doen om God te beïnvloeden in zijn keuze, dan doe je dat. En met deze denkwijze ga je naar de genezingsdienst. Je zingt blij mee. Je luistert naar de krachtige preek en dan komt de collecte.
Met de collecte komt de vraag: “Wat doe ik erin?” Normaliter doe je misschien tien euro in de collecte, maar je weet dat zo meteen de tijd van genezing komt. Je hebt wellicht ver gereisd. Je hebt geïnvesteerd in deze dienst. Je bent met een grote nood gekomen en je weet dat slechts een paar aanwezigen daadwerkelijk door God genezen gaan worden. Kan je dan wellicht nog invloed op God uitoefenen met hoeveel je in de collecte gaat doen?
Genezing voor tien of honderd euro?
Natuurlijk ken je de tekst uit de Korinthe brief, waarin Paulus schrijft dat God een vrijmoedig gever lief heeft. Zou God jou of jouw kind genezen als je in plaats van tien euro misschien wel honderd euro in de collecte geeft? “Misschien vraagt God wel van mij dat ik een echt offer aan Hem breng. Er ligt een machtigingskaart op mijn stoel. Als ik vanavond als offer nou eens duizend euro aan God geef, dan zal Hij mij of mijn geliefde zeker genezen. Dan gaan we als gezin wel niet op zomervakantie, maar wat is nu een vakantie als je door God genezen bent? Dan kan ik ook thuis met de kinderen vakantie vieren.”
Deze dingen zouden door mijn hoofd gaan, als ik tijdens de genezingsdienst de collecte langs zie komen. “Wat een verkeerde manier van denken”, zul je wellicht zelf denken, maar jij bent mij niet. Jij zit niet in een rouwproces waarin onderhandelen een normale fase is. Jij deelt niet dezelfde nood, noch leef je met dezelfde hoop dat Gods kracht vanavond in deze genezingsdienst jou of jouw geliefde zal aanraken. “Weet je, ik maak dat offer. Ik vertrouw mijzelf aan God toe en geef dat geld.”
Ik vind het moeilijk om te snappen waarom je als genezingsbediening mensen door deze interne worsteling heen zou leiden door een collecte in je genezingsdienst te laten plaatsvinden. Natuurlijk is de collecte een vast onderdeel van het kerk-zijn en een mooie manier om samen verantwoordelijkheid te nemen voor de kosten van de dienst en de bediening. Het probleem is echter dat je binnen de genezingsbediening met de meest kwetsbare doelgroep werkt, waarvan er velen in een onderhandelingsproces met God zitten. Moet je wel geld willen aannemen van deze kwetsbare doelgroep? Ik geloof persoonlijk heel sterk dat onze pastorale verantwoordelijkheid hierin groter zou moeten zijn dan onze traditie of de financiele-efficiënte beslissingen.
Blijvende supporter
Vaak zijn er tijdens een genezingsdienst twee momenten om aan de genezingsbediening te geven. De eerste keer is net voor of na de preek, als je nog heel hoopvol bent op een genezing van God en je deze hoop kunt vertalen in de vorm van een ruimhartige donatie. De tweede keer is na de getuigenissen aan het eind van de dienst, als je vol bent over de wonderen die God vanavond gedaan heeft en je de kans krijgen om met een machtingskaart een blijvende supporter van deze genezingsbediening te worden.
Het is niet cynisch om te zeggen dat, als je kijkt naar het buitenland, er bepaalde gebedsgenezers zijn, die schatrijk zijn geworden met deze tweetraps raket. Je haalt allereerst het geld op met de hoop voorafgaand aan de gebedsgenezing en na afloop haal je het geld op met het succes van de avond. Dat er die avond met name ‘menselijke genezingen’ hebben plaats gevonden, doet niets aan het succes af. Er wordt namelijk geen onderscheid gemaakt tussen het menselijke effect van de genezingsdienst en het goddelijk ingrijpen. Het is altijd feest! Er zijn altijd genezingen, ook als God ervoor heeft gekozen om deze avond niemand te genezen. De formule van de genezingsdienst zorgt ervoor dat er aan het eind altijd dankbaarheid richting God heerst, die kan worden gekanaliseerd door de genezingsbediening voor de lange termijn te gaan ondersteunen.
Op God vertrouwen
In Nederland gebeurt dit gelukkig veel minder vaak op deze manier. Toch blijft het belangrijk om ons af te vragen: moet je de dankbaarheid richting jouw stichting of jouw bediening wel willen kanaliseren? Waarom doen we dit überhaupt? Zou het niet mooi zijn, dat als je van zieke mensen het geloof vraagt om met geloof en verwachting in hun hart naar een genezingsdienst te komen, je als bediening ook zelf het geloof hebt om God te vertrouwen voor de onkosten van je bediening? Waarom gebeurt dit zo weinig?
Als het Gods roeping, Gods bediening en Gods kracht is, dan kan je als bediening ook op God vertrouwen dat Hij ruimschoots in al je behoeften zal zien. Dan hoef je de onkosten van de avond niet bij de zieke christenen neer te leggen, maar kan je ervoor kiezen om juist deze kwetsbare mensen tegen zichzelf te beschermen. Je kunt ervoor kiezen om tijdens een genezingsdienst met een volledig gesloten beurs te werken. Dit betekent geen collectes, geen machtigingskaarten, geen vraag om ondersteuning, geen verkoop van boeken of DVD’s van de gebedsgenezer, helemaal niets.
Waarom?
Omdat je geen misbruik van de kwetsbaarheid van je bezoekers wilt maken en omdat je op God vertrouwt dat Hij op een andere manier voor je bediening zal zorgen en in jouw vertrouwen ruimschoots zal voorzien. Wat een hogere weg zal dat zijn!