Drie dagen na onze laatste ontmoeting overlijdt John ‘s nachts in zijn slaap. Hij is maar 64 jaar geworden. Suzanne en de kinderen waren gelukkig wel bij hem en waakten toen het gebeurde. Het doet me goed om te weten dat John niet alleen was.
Vijf dagen later sta ik bij zijn graf. Het was een volle afscheidsdienst. Niet alleen zijn familie was daar, maar ook veel van de jonge leiders die hij in de laatste jaren van zijn leven gementord heeft. De bezoekers van de diensten voor mensen met een verstandelijke beperking die hij maandelijks samen met Suzanne organiseerde, waren ook in grote getale aanwezig. Sommigen huilend, anderen lachend. Maar allemaal vrolijk gekleed met heel veel bloemen. Een aantal van hen zong nog een zelfgeschreven liedje voor John op de melodie van ‘Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje al aan’. Iedereen moest glimlachen. Het was zeker geen gewone begrafenis.
Bij het graf staan manden vol bloemen. Iedereen strooit wat bloemen op de kist. Ik heb een witte steen meegenomen die ik tijdens onze reis in Schotland op het strand gevonden heb. Het steentje lag op de plek waar John ‘s morgens zat nadat hij Jezus ontmoet had. Het voelt goed om deze steen op de kist te leggen en hier te laten.
“Ik schrik. De envelop zit barstensvol geld. Wat is dat nou?”
Bij het condoleren geeft Suzanne mij een grote dikke envelop. “Dit is van John voor jou. Maar hij wilde wel dat je hem thuis pas open zou maken.” Ik weet niet wat het is, maar ik bedank haar en beloof contact te houden. Als ik thuis kom, is Jessie weg met de kleinkinderen. Ik schenk mijzelf een kop koffie in en ga dan op de bank zitten om de envelop te openen. Ik schrik. De envelop zit barstensvol geld. Wat is dat nou?
Ik zie een briefje tussen het geld liggen. Het is John’s handschrift. Dat zie ik gelijk. Het is een bedankbrief voor onze vriendschap. Terwijl ik het lees, stromen de tranen over mijn wangen. John is er echt voor gaan zitten om deze brief aan mij te schrijven. Zijn bemoedigende en liefdevolle woorden raken mij diep. Onder de brief staat zijn naam met daaronder een PS. “Jij en Jessie hadden nog iets tegoed van mij. Kijk maar wat je ermee wilt doen. Maak een cruise om de wereld of ga desnoods terug naar Canna. Je hoeft het geld niet te tellen. Het is negenduizend euro. Je weet wel waarom…”
John had hierna een smiley getekend. Hoelang moet John wel niet gespaard hebben om die negenduizend euro aan ons te geven? Verbaasd schud ik glimlachend mijn hoofd. Mijn kleinzoon Mark, die net vijftien is geworden, komt op dat moment de woonkamer binnen lopen en ziet zijn opa zitten met tranen op zijn wangen en een glimlach op zijn gezicht.
“Opa, is alles goed met je? Wat is er gebeurd?”
Mark komt naast me zitten.
“Wat er gebeurd is? Dat is een goede vraag, jongen.”
Ik droog mijn tranen.
“Het is wel een lang verhaal. Ik weet niet of je het allemaal wilt horen.”
Mark lijkt dit niet erg te vinden, want hij gaat er helemaal voor zitten. Zo begin ik aan mijn verhaal.
“Het begon vijfenveertig jaar geleden in de zomer van 1989 toen ik John voor het eerst ontmoette. We waren allebei net achttien jaar en deden een zomeractie van Jeugd met een Opdracht in Amsterdam. John en ik moesten die hele maand juli samen een kamer delen en zo leerden we elkaar kennen…”
EINDE