Het is inmiddels 2029. Als John deze week een avondje bij mij thuis op bezoek is, vertelt hij me dat een jonge charismatische gemeente hem gevraagd heeft of hij voorganger in hun gemeente wil worden.
Ik schrik er een beetje van. “Weten ze van je achtergrond?” John vertelt me dat dit voor hen geen bezwaar is. “Ze geloven dat ik vergeven en hersteld ben en zouden me graag hebben.” Ik weet het niet. Maar het is John’s leven…
“Wat heb je ze gezegd?” vraag ik. “Ik doe het niet. Om eerlijk te zijn durf ik het gewoon niet. Ik ben te bang dat ik niet om zou kunnen gaan met die positie. Oh, ik weet dat ik de taak wel aankan. Ik weet dat ik deze gemeente zou kunnen laten uitgroeien naar een grotere gemeente en hen een eind verder op weg zou kunnen helpen. Maar ik weet niet of ik dit samen met Jezus kan doen. Ik ben te bang dat als ik weer een podium op ga en invloed krijg, ik terugval in de oude patronen van de andere John. Dat John het zonder Jezus gaat doen en gaat manipuleren en domineren. Weet je, Matthijs. Ik ben tot het punt gekomen dat ik liever bang ben om zonder Jezus op te trekken, dan dat ik moet functioneren in de gaven en talenten die God mij heeft gegeven. Ik weet dat dit misschien tegenstrijdig klinkt. Maar soms is het beter om samen met Jezus ‘nee’ te zeggen tegen een geweldige bediening die je misschien op het lijf geschreven is, dan om zelfs maar het risico te lopen iets van Jezus kwijt te raken.”
Laatste reacties