De evangelische beweging in Nederland is nu ongeveer veertig jaar oud. In de jaren zeventig ontstond zij als tegenbeweging in reactie op de opkomende vrijzinnigheid in de traditionele kerken. Als beweging van middelbare leeftijd zou je verwachten dat de evangelische beweging zich meestal als een volwassene zou gedragen. Niets is minder het geval. Zonder dat zij dit wellicht door heeft, lijkt de evangelische beweging te lijden aan een jongerensyndroom en misschien zelfs vast te zitten in een tiener psyche. Als je echt goed kijkt, valt het op hoe tienerachtig de evangelische beweging in haar uitingen en denkwijze nog is.
In mijn werk als christelijke spreker en verhalenverteller kom ik in zo’n honderd kerken en gemeentes per jaar. Ik zie ze allemaal. Van de meest traditionele dorpskerken tot de grote, succesvolle, evangelische gemeentes. Binnen deze laatste groep komt de tiener psyche heel duidelijk naar voren. Ze hebben een soort van ‘EO-jongerendag’achtige uitstraling. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan een groot podium, een gelikte lichtshow, een flitsende band, een succesvolle uitstraling en een charismatisch podium leiderschap. Maar dat is slechts buitenkant. Er is vaak ook een gezamenlijke binnenkant, met als overeenkomsten zoals een krachtig zwart/wit denken, een overtuigd zijn van het eigen (theologische) gelijk, een gebrek aan echte vragen, een gevoelig zijn voor groepsdruk en het voortdurend aanpassen van het individu aan verwachting van de groep. Precies hoe tieners zich in een middelbare school ook gedragen!
Iemand zei laatst: “Maar dat ‘zeker weten’ bij de evangelischen vind ik juist mooi. Toont dit niet een kinderlijk geloof? Dat is toch wat Jezus in ons aanmoedigt?” Helaas is een kinderlijk geloof niet hetzelfde als zeker weten. Een kinderlijk geloof is een geloof dat vertrouwt en tegelijkertijd nieuwsgierig door blijft vragen: “Maar hoe zit dit dan? Hoe werkt dat?” Een kinderlijk geloof is inherent nieuwsgierig en blijft vragen stellen. Het zijn juist tieners en jongeren die uiterst zwart/wit kunnen denken en in dat zwart/witte denken een stuk zekerheid vinden.
Hoe komt het dat evangelischen zich zo vast houden aan zekerheid? Dit heeft alles met je jeugd te maken. Een kind dat in een zeer onzekere omgeving geboren wordt, loopt een grote kans om als volwassene met een overheersende mate van absolute zekerheid door het leven te gaan. Dit is een overcompensatie. In dezelfde lijn is de evangelische beweging in Nederland voortgekomen uit het ondragelijke gevoel van onzekerheid. Alles waar de vrijzinnige stroming voor stond, stond in onze ogen (terecht of onterecht) synoniem aan geloofsonzekerheid. Met deze geloofsonzekerheid konden en wilden wij niet leven. Als tegenreactie werd dus de evangelische beweging geboren. Eigenlijk zou je kunnen stellen dat de evangelische beweging vanuit een trauma geboren is. Dit trauma; het ondragelijke gevoel van geloofsonzekerheid heeft ervoor gezorgd dat wij ons als overcompensatie aan de absolute zekerheid hebben vastgeklampt. Hoewel we dit onbewust hebben gegaan, is het daardoor niet minder destructief. Zonder dat wij dit doorhebben, blokkeert dit trauma en deze angst namelijk onze ontwikkeling naar volwassenheid.
De apostel Johannes beschrijft in zijn eerste brief drie geloofsfasen. Hij zegt in 1 Johannes 2: 12 – 14 “Ik schrijf u, kinderen, dat uw zonden vergeven zijn ter wille van zijn naam. Ik schrijf u, vaders, dat u Hem kent die er was vanaf het begin. Ik schrijf u, jonge mannen, dat u de boze overwonnen hebt. Kinderen, ik schrijf u dat u de Vader kent. Ik schrijf u, vaders, dat u Hem kent die er was vanaf het begin. Ik schrijf u, jonge mannen, dat u sterk bent. Gods woord woont in u en u hebt de boze overwonnen.” (Willibrord vertaling)
Het lijkt alsof we hier drie geloofsfasen zien: kinderen, jongeren, vaders. Drie fasen die niet verbonden zijn aan leeftijd. Fasen die op zich goed zijn, maar die tegelijkertijd schadelijk kunnen worden, als je in de eerste twee fasen te lang blijft steken. Kijkend naar de evangelische beweging zou je kunnen stellen dat wij helaas in de jongerenfase zijn blijven steken.
Johannes heeft een aantal mooie dingen over deze fase te zeggen. In de jongerenfase ben je sterk, woont Gods woord in je en heb je de boze overwonnen. Als evangelischen voelen wij ons vaak sterk en triomfantelijk. Kijk maar eens naar de inhoud van de favoriete (Opwekkings)liederen, die wij binnen de evangelische beweging zingen. Binnen de jongerenfase, woont Gods woord in je. Als evangelischen leggen we veel nadruk op de Bijbel als woord van God en moedigen we mensen aan om niet alleen de Bijbel te lezen, maar tevens ‘op Gods woord te gaan staan.’ Daarnaast is de jongerenfase ook een strijdbare periode. Als evangelischen hebben we altijd wel een goed doel om voor te strijden.
Johannes beschrijft de jongerenfase met drie sterke eigenschappen. Het nadeel van elke sterke eigenschap is, dat deze eigenschap automatisch ook een schaduwkant heeft. Des te krachtiger de eigenschap, des te krachtiger de schaduwkant. Zo ook in de evangelische beweging…
De schaduwkanten van sterk zijn is dat je niet meer zwak kunt zijn. Of dat je sterk zijn vertaald als ‘groot’ zijn, met al snel de tienerachtige vraag: “Wie heeft de grootste?” Het gevolg van deze schaduwkant is dat je met een tienerachtig leiderschap te maken kan krijgen, dat meer gericht is op het persoonlijke en collectieve succes dan op het belang van het Lichaam van Christus in een stad of regio.
Ook het feit dat ‘Gods woord in je woont’ heeft vreemd genoeg een of meerdere schaduwkanten. Bijvoorbeeld als je Gods woord gaat verwarren met je eigen theologische overtuigingen en deze twee vermengd raken. Eén gevolg hiervan is bijvoorbeeld het in stand houden van een verdeelde kerk, omdat wij onze persoonlijke overtuiging van de waarheid belangrijker vinden dan onze gezamenlijke eenheid. Een ander gevolg van de vermenging van Gods woord met onze eigen theologische overtuiging is een afgebakend zwart/wit denken, dat weinig tot geen ruimte meer overlaat voor twijfel, voor vragen en dus voor groei.
Zelfs de kracht ‘je hebt de boze overwonnen’ draagt helaas een schaduwkant met zich mee. Het is voor ons in het schaduwgedeelte niet altijd even helder wie of wat het boze meer is. Bij gebrek aan zelfinzicht is het boze namelijk altijd buiten ons. Omdat we het boze niet in onszelf (persoonlijk of collectief) kunnen herkennen, projecteren we het op iemand (persoonlijk of collectief) buiten ons. Ergens buiten ons is dus het boze, waar we tegen moeten vechten. Combineer dit met onze onbewuste angst voor geloofsonzekerheid en de boze is al snel gevonden. Het is vaak de ander die dichtbij ons staat. Zoals het gemeentelid dat anders gelooft, anders handelt en dat zich niet aan onze evangelische verwachtingen en levensstijl houdt. Dit raakt ons diep in ons ondragelijk gevoel. Dit maakt ons onzeker. Maar onzekerheid mag niet, dus komen we automatisch in een strijd met deze ander. Maar de meeste christenen willen helemaal geen strijd. De meesten van ons zijn onbewuste harmoniezoekers, dus wat gebeurt er? Het gemeentelid dat anders gelooft, anders handelt en niet voldoet, gaat zich aanpassen aan de groepsdruk en verwachting van de gemeente. Dit lijkt op het eerste gezicht discipelschap, maar kan tevens een serieuze blokkade in de ontwikkeling van het geloofsleven van de ander worden.
Vanuit onze strijd tegen het boze zien wij helaas niet dat wij bepaalde mensen, die zich niet aan onze groepsverwachting kunnen of willen aanpassen, hiermee afwijzen, veroordelen en buiten sluiten. Een van de gevolgen hiervan is de grote achterdeur van de Evangelische Beweging, zoals beschreven wordt in het boek ‘Ooit Evangelisch’.
Een beweging van middelbare leeftijd die leeft alsof het een tiener is. Dit roept niet om een feestje. Maar hier staan wij dus. In een tijd die door de Trendrede van 2015 als een tijd van ondertussenheid wordt beschreven. Als beweging zitten we muurvast in onze ontwikkeling. Niet doorhebbend dat stilstand automatisch achteruitstand betekent. In onze jubelstemming niet inziend dat we eigenlijk langzaam aan het wegkwijnen zijn, terwijl het nieuwe nog bij verre na niet op volle sterkte is.
Hoe nu verder?
- wordt woensdagmiddag 10 juni vervolgd -