Mijn artikel over de vraag wie het werk van de huidige babyboomgeneratie binnen de evangelische gemeentes en organisaties gaan overnemen, heeft vanzelfsprekend veel reacties losgemaakt. Van reacties zoals “Eigenlijk kun je die ouwe meuk beter plat gooien…”, tot “Ik denk dat in toenemende mate evangelisch bevlogen, maar reformatorische personen de leiding gaan overnemen. Daar zit meer karakter, meer doorzettingsvermogen, meer verantwoordelijkheidsbesef… ” (Auw!) kwamen allemaal langs. De vraag die het meest naar boven kwam, was: “Wat moeten we met die jaren zeventig flats aan?”
In een drieluik, waarvan dit het tweede artikel is, wil ik proberen om deze vraag te beantwoorden. Dit doe ik vanuit mijn postevangelische identiteit. Hiermee doel ik op de Nederlandse variant van het evangelische christendom dat zich in de jaren zeventig als een tegenbeweging profileerde.¹ Ik noem mij expres niet ex-evangelisch. Daarin ligt voor mijn gevoel toch een groot verschil. ‘Ex-‘ heeft in zich dat je ervan uit gaat dat je hiermee volledig gebroken hebt en dat dit geen invloed meer op je heeft. ‘Postevangelisch’ houdt voor mij in dat ik de evangelische erfenis altijd bij mij blijf dragen en dat deze mij (onbewust) beïnvloedt in al het nieuwe wat ik onderneem. Wat dat betreft, lijk ik op wat veel verslaafden over zichzelf zeggen: “Ik blijf altijd een alcoholist, maar ik heb al vijf jaar geen druppel gedronken.” Ik blijf altijd evangelisch, maar ik ben al veertien jaar sober…
Nu wij de bijsluiter gehad hebben, kunnen we aan de slag. Wat moeten we met de evangelische flats aan? Om een goed antwoord op deze vraag te kunnen geven, wil ik in dit tweede artikel kijken naar de vraag: “Waarom stopte de evangelische beweging al gauw met bewegen en werd het een jaren zeventig flat?”
In het prachtige boek ‘Koning van Katoren’ van Jan Terlouw beschrijft de schrijver een dorp waar de kerkgebouwen zich langzaam, maar duidelijk verplaatsen. Jan Terlouw sloeg hier de spijker op de kop: kerken kunnen mee gaan op reis. Als we kijken naar het ontstaan van het huidige evangelische christendom zien we in de beginjaren zeventig veel beweging. Wij worden niet voor niets de evangelische beweging genoemd. Toch gebeurt er iets onverwachts. Vooral binnen evangelische – en pinkstergemeentes gaat al snel de noodrem erop en wordt het anker uitgegooid. We slaan onze pijlers diep in de grond. In plaats van dat we zowel in de breedte als in de diversiteit verder reizen, gaan we met elkaar de hoogte in en ontstaat hier een soort van monocultuur. Misschien kun je zelfs stellen dat de evangelische beweging al gauw een non-beweging werd. Vandaar ook dat beeld van de jaren zeventig flats. De vraag is: “Waarom gebeurde dit?”
Zelf kan ik hier zes redenen voor bedenken, hoewel ik verwacht dat er meer zullen volgen. Persoonlijk geloof ik dat we pas door kunnen gaan naar een eventuele toekomst voor de evangelische beweging, als we de redenen achter deze stilstand gaan begrijpen
In mijn derde en laatste artikel over dit thema wil ik proberen om deze vraag over de toekomst van de evangelische flats te beantwoorden. Maar eerst naar het begin. Hoe we al snel tot een non-beweging verwerden, onder andere vanwege een vlijmscherpe passe-partout…
1. De vlijmscherpe passe-partout
Even een stelling: ‘Als gelovigen kunnen we op geen enkele andere wijze naar God kijken dan door een passe-partout.’ God is zo Anders, zo Groot, zo Onbeschrijfelijk dat wij een passe-partout nodig hebben om met onze menselijke gedachten grip op ons Godsbeeld te krijgen. Zoals je waarschijnlijk weet, is een passe-partout een kartonnen lijst die over een kunstwerk, een foto of in ons geval over God wordt gelegd. Het doel is het ingelijste werk beter tot zijn recht te laten komen. ² Binnen de Reformatorische wereld zou je de Catechismus als één van deze passe-partouts kunnen noemen.
Het nadeel van een gekozen passe-partout is dat ons Godsbeeld vanzelfsprekend samensmelt met dit passe-partout. Hoewel God altijd groter is dan welk menselijk gefabriceerde passe-partouts ook, kunnen wij toch niet zonder. Zelfs al betekent dit dat het minder van Gods Licht doorlaat dan dat er in werkelijkheid is. Niet al Gods Licht past namelijk door ons passe-partoutje.
Natuurlijk vinden we het moeilijk om te erkennen dat ons Godsbeeld een door ons gekozen passe-partoutje is. In onze ogen is ons Godsbeeld niet alleen gebaseerd op de Bijbelse waarheid, voor ons is het ook nog eens de enige waarheid. Helaas realiseren wij ons niet dat wij met deze stelligheid een enorme rijkdom aan Gods beelden uit allerlei christelijke tradities zo maar aan de kant vegen.
Rondom het ontstaan van de evangelische beweging in de jaren zeventig leek het passe-partout in christelijk Nederland door de opkomende vrijzinnigheid steeds vager en onduidelijker te gaan worden. Als evangelische beweging hadden wij als tegenreactie een vlijmscherpe passe-partout met duidelijke begrenzing en haarscherpe lijnen nodig, om hiermee ons Godsbeeld en daarmee ook ons beeld op de mens, op de kerk en op de samenleving vlijmscherp neer te kunnen zetten. Uit pure noodzaak goten wij ons evangelie als het ware in beton.
2. Onze kracht is onze zwakte
Als beweging kwamen wij in een tijdperk op waar er meer vragen dan antwoorden leken te zijn. “Is God niet door mensen verzonnen? Is Jezus werkelijk opgestaan? Hoeveel van de Bijbel is pure menselijke fantasie?” Vrijzinnige vragen die onze haren ten bergen deden rijzen. Onze tegenreactie kwam al snel: wij zijn een beweging met antwoorden. Eigenlijk hebben wij voor alles een antwoord klaar. Dit is vanaf het begin één van onze sterkste krachten geweest: wij zijn een verkondigende beweging met antwoorden. Helaas heeft elk voordeel ook zijn nadeel. Je kracht draagt automatisch een schaduwkant met zich mee. Onze schaduwkant is dat wij als beweging over het algemeen niet goed kunnen luisteren.
Iedereen vindt luisteren moeilijk, maar als evangelische beweging worstelen wij hier nog meer mee. Wij luisteren namelijk niet echt, maar scannen elke vraag op sleutelwoorden, zodat wij één van onze vele standaardantwoorden op de mogelijke vraag kunnen loslaten. “Jezus is het antwoord, wat is de vraag?”, is zo’n grap die ons typeert. Natuurlijk overdrijf ik hier, maar soms moet je chargeren om onbewust gedrag zichtbaar te maken. Echt luisteren vraagt van dat je je open stelt voor de ander. Je legt elke vorm van vooringenomenheid af en zonder enige vorm van oordeel open je je hart voor andermans waarheidsbeleving. Dit vinden wij domweg gezegd moeilijk. Hierin ligt niet onze kracht. Meestal hebben wij alweer verkondigd of het juiste antwoord gegeven in plaats van dat wij echt hebben geluisterd.
Door het voortdurend herhalen en aanscherpen van onze standaardantwoorden en onze moeite met het luisteren naar de ander, naar de maatschappij en eigenlijk ook naar God, hebben wij de heipalen van onze waarheidsbeleving diep in de grond onder onze flats geslagen. Ze staan hier nu al die jaren later nog steeds muurvast. Wij kunnen ook geen kant meer op.
3. Een beweging zonder vragen
Wij zijn een beweging met antwoorden. Dit betekent dat wij eigenlijk geen vragen meer hoeven te stellen. Binnen onze beweging zou het bijna mogelijk moeten zijn om zonder onbeantwoorde vragen door het leven te kunnen gaan. Voor elke vraag is er namelijk een (Bijbels) antwoord. Opnieuw draagt deze kracht een schaduwkant met zich mee. Als beweging hebben wij nooit geleerd om echte vragen te stellen. Wij hebben ons als het ware theologisch bevroren in de tijd. Wij zijn in de jaren zeventig kort na onze geboorte tot stilstand gekomen. Alle vragen waren al beantwoord. Zo missen wij als beweging de theologische vooruitgang die nog steeds rondom ons heen plaatsvindt. Eigenlijk zijn wij hierdoor al in onze peuterfase gestopt met het zijn van een beweging en een non-beweging, oftewel een flatgebouw geworden. Als je verder wilt bewegen, moet je vragen kunnen stellen. Vragen die verder gaan dan: “Waar staat dát in de Bijbel?” Vragen die ons onrustig en misschien zelfs wel een beetje bang maken. Vragen die ons uiteindelijk nog dichter bij God en bij de ander gaan brengen. Vragen waardoor wij weer in beweging kunnen komen.
4. Lastige mensen
Als beweging hebben wij moeite met mensen die lastige vragen durven stellen. Die doorvragen nadat ze een (standaard)antwoord ontvangen hebben, die vragen stellen bij waarom en hoe wij bepaalde dingen doen, die geen genoegen nemen met de standaardantwoorden die al veertig jaar voor de overgrote meerderheid voldoende is geweest. Laat staan dat ze met antwoorden komen die niet binnen ons passe-partout passen. Dan wordt het helemaal lastig. Hierin ligt een groot spanningsveld met veel van de generatie X mensen, waar ik ook toe behoor. Door onze zoektocht, onze lastige vragen en de onverwachtse antwoorden die we soms ontdekten, werd het zowel voor ons als voor de beweging lastig om op lange termijn samen te blijven.
In mijn eerste artikel gaf ik aan dat wij (en vele anderen voor ons) het wel geprobeerd hebben. Wij hebben op onze manier ons best gedaan om de non-beweging weer in beweging te krijgen. Wat hebben we aan ze getrokken en geduwd. We hebben ze gepord. Prachtige vergezichten voorgeschilderd. We hebben heel wat energie op hen losgelaten. Maar vanzelfsprekend ontstond ook hier een tegenreactie. Deze keer niet tegen het vrijzinnig christendom, maar tegen ons. Als je de ander niet begrijpt, als de ander tegen je duwt en je een kant op wilt laten gaan die je niet ziet zitten, dan zet je automatisch je hakken in het zand. Zonder in details te gaan heeft ons getrek en gesjor heeft er misschien alleen maar toe geleid dat bepaalde gemeentes en kerkgenootschappen zich nog beter verankerd hebben.
5. Ten onder aan onze definitie van succes
En waarom zou je veranderen als je succes hebt? Dat is misschien wel onze ellende; dat wij als evangelische beweging vanaf het begin af aan in onze ogen ‘succesvol’ zijn geweest. Wij hebben ons succes afgemeten op numerieke groei en ‘guess what?’ Onze beweging stroomde vol met mensen en doet dat nog steeds. ‘Why change a winning formula?’ Het feit dat onze beweging bijna volledig volliep met mensen uit andere kerken deed niets af aan ons gevoel van succes. We vonden het alleen maar logisch dat mensen uit andere kerken bij ons binnen stroomden. Wij brachten immers een Bijbelse waarheid en een levend persoonlijk geloof. Daar konden andere kerken niet aan tippen!
Mede door alle interne renovaties (zoals het Willow Creek model met aansprekelijke diensten, de opkomst van Opwekkingsliederen, een groeide podiumcultuur, sprankelend kinderwerk, sterk jeugdwerk, de inzet van de Alpha cursus, etc, etc…) kunnen wij tot op vandaag dit succes vasthouden. Wij hoeven helemaal niet te veranderen! Onder de mom van ‘resultaten behaald in het verleden bieden zeker garantie voor de toekomst’ stellen we nog geen vragen of dit ‘succes’ ook in de toekomst zal blijven. En trouwens het moet wel. Veel van onze evangelische kerkgebouwen zijn gekocht met groei in het vooruitzicht…
6. Niemand mag ons verlaten
Als beweging zijn mensen, niet financiën, onze belangrijkste assets. Zoals ik net schreef, zijn wij van jongs af aan gebaseerd op numerieke groei. “Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen erbij passen zonder dat iemand ooit bij ons weggaat?”, is onze grote (onbewuste) vraag. Mensen die bij ons weggaan doen ons nog het meest pijn. Zo houden wij elkaar vast in een modus die voor iedereen geschikt moet zijn. Als leiderschap worstelen wij ermee om richtingbepalende keuzes te maken, als dat zou betekenen dat mensen hierdoor weggaan. We kiezen dus niet, maar blijven in een onderhoudsmodus. Een wijze mentor zei altijd: “Niet kiezen is altijd verliezen.”
Omdat wij als beweging in een onderhoudsmodus blijven vastzitten, zijn wij dus eigenlijk voortdurend de verliezende partij…
Een vrolijke toekomst?
Maar wat dan wel? Wat gaat er gebeuren als de leiders van nu over een jaar of wat met pensioen gaan en de millenniumgeneratie of de ‘evangelisch bevlogen, maar reformatorische personen’ uit generatie X de leiding gaan overnemen? Gaan we het systeem dan vrolijk met elkaar voortzetten of is er een andere toekomst voor deze flats mogelijk?
Hierover meer in mijn derde en laatste artikel van dit drieluik.
¹ http://nl.wikipedia.org/wiki/Evangelisch_christendom
² http://nl.wikipedia.org/wiki/Passe-partout_(lijst)