Ik heb vannacht angstaanjagend gedroomd. In mijn droom is Jezus net klaar met de avondmaal viering en staat hij op het punt om met zijn elf discipelen naar de tuin van Gethsemane te gaan. Op dat moment grijpt Maria Magdelena hem bij de mantel. “Rabbi, ik moet u nu spreken. Het gaat niet goed binnen onze geloofsgemeenschap. U moet eindelijk de ingezonden brieven doorlezen.” “Niet nu, Maria. Ik heb vanavond hele andere dingen aan mijn hoofd.” Maria luistert echter niet en trekt hem aan zijn mantel een klein kantoortje binnen. In het kantoortje staat een bureau dat door tientallen brieven bedekt is. Jezus gaat zuchtend in een van de stoelen zitten. “Moet dit echt nu, Maria?” “Ja meester, dit kan niet meer wachten. Het loopt de spuigaten uit.” Ze opent de eerste brief.
Jezus knikt vermoeid. Maar Maria gaat onverstoord door: “De mannenbeweging is boos omdat u tijdens hun mannenweekend ‘Ontdek je innerlijke zeloot’ niet aanwezig was.” Jezus schudt zijn hoofd en zucht: “Ach, met een Thora rol boven je hoofd door de Jordaan baggeren, is niet echt mijn ding. En trouwens, in hun programma stond dat zij met houten zwaarden op elkaar in zouden…” Maar Maria heeft de volgende brief alweer te pakken.
“De armen in onze geloofsbeweging klagen dat u te weinig aandacht voor hen heeft. Jezus schiet omhoog: “Nou word ie helemaal mooi! Ik te weinig aandacht voor de armen. Hoe komen ze daarbij?” “Toen u laatst bij het meer van Galilea in de boot stapte, dacht u niet aan hen. Alleen de middenklasse en de rijken in onze geloofsgemeenschap konden u in hun eigen boten volgen. De armen moesten u achterlaten of kilometers omlopen.”
“Dat was juist mijn bedoeling.”, mompelt Jezus zachtjes. Maria kijkt hem fronsend aan: “Ik doe net of ik dat niet gehoord heb. En over Galilea gesproken, er zijn tientallen brieven binnen gekomen over de plotselinge verhuizing van uw bediening. Veel mensen vinden dat deze verandering van Galilea naar Jeruzalem te groot en te plotsklaps kwam. Zij konden dit niet aan. Mensen klagen dat u geen rekening houdt met het gemeenschapsgevoel. Mensen willen samen als één groep optrekken. Ze doen er liever een paar jaar langer over om met elkaar naar Jeruzalem te verhuizen, dan dat ze mensen teleurgesteld in Galiea moeten achterlaten. Het gaat niet om het doel, het gaat om de gemeenschap, rabbi” Jezus schudt zijn hoofd: “Een paar jaar langer…”
Maria gaat ongestoord door: “Mensen worstelen met uw woorden. Aan de ene kant biedt u hen een fijn, warm familiegevoel aan door te zeggen dat zij uw broers en zussen zijn. Tegelijkertijd zegt u onmogelijke dingen over uw vlees eten en uw bloed drinken. Weet u, hoeveel mensen wij door die actie van u verloren hebben? Mensen die teleurgesteld afscheid van ons hebben genomen? Zo komen we nooit aan een stabiele basis van volgelingen. De penningmeester was hier ook niet blij mee. Dat kan ik u wel zeggen.”
Maria is nu op stoom: “De feministen onder ons ergeren zich eraan dat u nog steeds geen vrouwelijke apostel heeft aangesteld. Wat een kans was dat geweest voor de emancipatie van vrouwen in uw geloofsbeweging.” Jezus knikt vermoeid. “En in de religieuze sectie van het Jeruzalem Dagblad stond laatst een artikel dat u niet voldoende goede volgelingen creëert. Dit soort slechte pers kunnen wij niet gebruiken.” Jezus haalt zijn schouders op.
“Het kerstavond comité is laaiend over uw boycot van hun plannen. Ze hadden al een optie op het Romeinse amfitheater in Bethlehem. Er zou een levensgrote stal met echte beesten komen. Ze hadden zelfs de beroemde burgemeester van Bethlehem weten te strikken om een van de herders te spelen. Weet u hoeveel duizenden, onkerkelijke mensen zij samen met een gastoptreden van u hiermee hadden kunnen bereiken?” Jezus zucht diep: “Ze begrijpen er niets van!”
Brief na brief houdt ze omhoog. “De ouderen klagen dat u te familiair over de Allerhoogste spreekt, alsof u een speciale relatie met Hem heeft. ‘Papa’ tegen de Eeuwige zeggen, toont gebrek aan eerbied.” Jezus hoort het gelaten aan. “De schriftgeleerden vinden dat u te weinig schriftonderzoek stimuleert en dat u echt moet ophouden met het belachelijk maken van hen.” Even verschijnt er een glimlach op zijn gezicht, maar het moment is maar kort. “U besteedt onevenredig veel aandacht en tijd aan uw twaalf discipelen. De middenkader van uw leiderschap voelt zich buitengesloten. En natuurlijk doet u teveel veel illegale dingen op de sabbath. Maar dat wisten we al lang…”
Maria gaat door en door. Uiteindelijk houdt ze een deftige envelop omhoog. “Wat is dat?” vraagt Jezus. “Dit is een brief van een rijke jonge manager, die niet alleen bereid was om u te volgen, maar zelfs ook een aantal leiderschapstaken van u had kunnen overnemen. Cum laude afgestudeerd aan de Romeinse academie voor bestuurskunde. In deze brief schrijft hij dat hij bereid was geweest om zelfs twintig procent van zijn formidabele inkomen aan u te geven, maar vanzelfsprekend niet alles. Dat zou geen goede investering zijn geweest. Rabbi, hoe kunt u al dat geld voor u zelf vragen?” Jezus kijkt haar verdrietig aan. “Niet voor mezelf, Maria, voor de armen…”
Gebroken zit Jezus in zijn stoel. “Is dit alles?” Maria knikt gelaten. “En dat?” Jezus wijst naar een vies servetje dat naast de stapel ligt. Maria pakt het op. “Oh, dat is net binnen. Het is een klacht van de aanbiddingsleider. Hij is gefrustreerd omdat hij tijdens de allereerste avondmaalviering ooit aan één lied niet genoeg had om u en de discipelen in aanbidding te brengen.”
Vol wanhoop gooit Jezus zijn handen in de lucht en roept: “Ik heb er nooit voor gekozen om een kerkleider te zijn!”
Badend in het zweet word ik wakker.