Ooit werkte ik een blauwe maandag als docent missiologie aan het seminarium van de Baptisten Unie. Ik gaf hier les aan studenten die voornamelijk uit de Millennium generatie¹ kwamen; jonge mannen vol passie voor de Heer en Zijn kerk. In mijn lessen liet ik hen dromen over hun missionaire plannen voor de gemeentes waar ze uiteindelijk zouden gaan werken. Met een dikke, vette knipoog waarschuwde ik hen dan voor de ‘Godfather’. De Godfather zit al zijn hele leven in de gemeente. Hij is de spreekbuis namens de invloedrijkste families in de kerk. Ooit zat hij zelf in de raad. Nu heeft zijn schoonzoon deze plek ingenomen. Via zijn schoonzoon en vanwege alle informele invloed, waar hij nog steeds over beschikt, is de Godfather de werkelijke (onzichtbare) leider van de gemeente. Zo lang je als jonge predikant in het stramien van de Godfather meegaat, is het soepel werken. Maar o wee, als je de andere kant op gaat! Als je de Godfather tegen je krijgt, dan kun je het schudden met je missionaire plannen…
Laatste reacties