De natuur laat ons verschillende vormen van transformatie zien. Zo is daar het ei, waar een kuiken uitkomt die uiteindelijk doorgroeit naar een volwassen kip. Dan is daar de rups, die na een periode in een cocon uitgroeit naar een vlinder.
Maar ook in reisverhalen zie je dit beeld terugkomen. Je hebt 'het dal van de eenvoud' aan de voet van 'de berg van complexiteit' om uiteindelijk na een lange reis over de berg heen in 'het dal van vernieuwde eenvoud' te komen.
In al deze voorbeelden heb je een veilige beginfase en een turbulente middenfase voordat je uit kunt groeien naar de beloofde eindfase, waar je werkelijke degene bent die je hoort te zijn.
De veilige beginfase van het christelijk geloof
beelden: het ei, de rups, het dal van de eenvoud
- Het geloof wordt gezien als zwart en wit, goed en fout, is zeer dualistisch.
- Je bent in sterke mate afhankelijk van andere christenen.
- Je hebt een niet-kritische houding en accepteert stilzwijgend de antwoorden uit de Bijbel die andere christenen (met name vanaf het podium) je aandragen.
- Wat je doet is belangrijk (Gods dienstknecht zijn).
- Je houdt je aan je rol of de rollen die je hebt gekregen of die je jezelf hebt opgelegd.
- Je vertrouwt op en wordt aangesterkt door externe autoriteiten, zoals kerkleiders en de Bijbel.
- Geloven vraagt veel inzet van jouw kant, zoals ‘stille tijd’, Bijbellezen, bidden, aanbidden, dienen, etc.
- Je geloofsleven lijkt op Martha die zich laat afleiden door vele dingen en zich zorgen maakt over alle dingen die nog gedaan moeten worden.
- Je hebt mentors, leiders en voorgangers nodig om op te leunen.
- Je geloof is gebaseerd op een externe (Bijbelse) waarheid.
De turbulente middenfase van het christelijk geloof
beelden: het kuiken, de cocon, de berg van complexiteit
- Je bent sterk gefocust op het grijze aspect van het leven en van geloven. In deze hyperkritische fase wordt het zwart-wit denken verworpen ten gunste van het vieren van het grijze gebied binnen theologie, moraliteit en ethiek.
- Je stelt je zeer onafhankelijk op en bent op je hoede voor de invloed van andere christenen.
- Je bent vol vragen, twijfel en kritiek.
- Je erkent je persoonlijk falen, krijgt steeds meer zicht op je eigen schaduwkant en je onvermogen.
- Je bent in een periode gekomen waarin je de oude rollen wilt afleggen om te werken aan het formeren van je eigen identiteit.
- Er groeit in jou een innerlijke autoriteit die zelf verantwoordelijk wilt zijn voor wat je gelooft, hoe je het geloof ervaart en hoe je hier uiting aan geeft. Je wilt zelf kunnen beslissen over de belangrijke zaken in het leven. Je ervaart een splitsing tussen je theologische overtuigingen in je hoofd, die je hebt meegekregen van externe autoriteiten en een groeiende, innerlijke overtuiging in je hart.
- Geloven draait nu voornamelijk om twijfel.
- Je geloofsleven lijkt op Maria, die ervoor koos om dat ene ding te doen wat nodig was.
- Je geloof wordt versterkt door mensen die jouw individuele zoektocht ondersteunen en aanmoedigen.
- Er is een groeiend vertrouwen in een geïnternaliseerde waarheid.
De beloofde eindfase van het christelijk geloof
beelden: de kip, de vlinder, het dal ven vernieuwde eenvoud
- Je bent in een post-kritische fase terecht gekomen, waarin je zowel het zwart/wit als al het grijs met evenveel respect kunt omarmen. Je hebt een non-dualistische kijk op het (geloofs)leven.
- Er is een groeiende mate van onderlinge afhankelijkheid en samenhang, die gekarakteriseerd wordt door nederigheid, kwetsbaarheid en diepe verbondenheid.
- Je kunt zowel het mysterie als de paradox omhelzen en hebt een kinderlijke verrukking en verwondering over je.
- Je kent een diep bewustzijn van Gods plezier en acceptatie over wie je bent als Gods vriend. Je bent iemand geworden die gewoon kan zijn.
- Vanuit wie je bent geworden, help je andere mensen om hun eigen identiteit te vinden.
- Er is een groeiende acceptatie en integratie van zowel je innerlijke stem als de theologische stemmen van buitenaf.
- Je bent in een fase terecht gekomen waarin je geloof doordacht is en rust geeft.
- Jouw geloof geeft nu uiting aan zowel het hart van Maria, als de handen van Martha.
- Binnen je geloofsleven kun je op anderen vertrouwen om samen met jou de wil en de leiding van God te ontdekken.
- Je hebt geleerd om gemeenschappelijke waarheid, symbolische waarheid en paradoxale waarheid te omarmen.