Wat mogen nu verwachten rondom de aanwezigheid van God? En wat moeten we er zelf aan doen? Moeten we blij zijn dat God zich afwezig houdt om ons te beschermen tegen Zijn oordeel? Moeten we meer vasten, bidden, onderzoeken, belijden, verzoenen zodat God kan komen? Laat God zich echt tegenhouden door wat geestelijke bolwerken? Is het onze schuld dat we zo weinig van God merken of zijn onze verwachtingen gewoon te groot?
Zijn wij als kinderen die onze sinterklaascadeautjes al in de maand april willen hebben?
Of hebben we zo slecht gehandeld dat Sinterklaas ons dit jaar geen cadeautjes geeft?
Komt de Sint niet, omdat als hij wel zou komen hij ons zou moeten straffen met de roe en ons mee zou moeten nemen naar Spanje?
Moeten we in geloof ‘Hoor, wie klopt daar kinderen’ zingen met de verwachting dat de Sint dan ook daadwerkelijk komt?
Moeten we blij zijn met onzichtbare cadeautjes?
Is het onze taak om de stoomboot, het paard, de pepernoten, de pieten en de schoorstenen te regelen, zodat Sinterklaas dit jaar kan komen?
Moeten we jaloers zijn op andere kinderen die van Sinterklaas allemaal dure cadeaus lijken te krijgen, waar hij wel thuis op bezoek komt; terwijl wij het moeten doen met een grappig gedicht, een vieze surprise en een cadeautje ter waarde van vijf euro?
Is onze schoorsteen misschien verstopt of stinken onze schoenen te erg?
Moeten we van onze rijkdom cadeautjes maken en deze uitdelen aan arme kinderen om in de ogen van deze kinderen Sinterklaas te kunnen zien?
Teveel vragen spoken door mijn hoofd. Mijn lichte hoofdpijn is in een paar minuten veranderd in een echte migraine aanval.
Zal ik vragen of iemand van de groep een aspirientje heeft? Of moet ik iemand vragen of die voor mij wil bidden? Moet ik misschien in geloof zelf deze genezing claimen? Of moet ik me neerleggen bij het oordeel van God in de vorm van deze hoofdpijn?
Voor mij is deze ontmoeting één van de verwarrendste middagen van de afgelopen jaren geweest. En net als ik denk dat het niet erger kan worden, zie ik Jezus...
We waren zo druk bezig dat we helemaal niet door hadden dat Jezus hier ook in het restaurant aan een tafeltje zat. Vanuit mijn ooghoek zie ik hem opstaan. Zou hij naar ons toe komen en ons uitleggen hoe het nu werkelijk zit? Maar, nee! Hij loopt naar de uitgang. Met een McFlurry in zijn hand en een Big Mac menu onder zijn arm loopt hij de McDonald’s uit en verdwijnt zomaar uit mijn zicht.