De meeste gemeentestichtingen zijn vooral bezig met het opvangen van ontevreden christenen. Maar daar hebben we er al genoeg van. Van zendelingen helaas niet.
Door Stefan Paas
In de internetversie van deze CV•Koers staat het verslag van een onderzoek van Martijn Vellekoop naar gemeentestichting in Nederland, na 1990. Het gaat hier om ‘autochtone’ gemeenten – migrantengemeenten zijn niet onderzocht. Vellekoop heeft 281 nieuwe gemeenten gevonden en vermoedt dat het werkelijke aantal tussen de 300 en 500 zal liggen. De meeste van deze nieuwe gemeenten zijn evangelisch en een klein deel (vooral van recenter datum) is afkomstig uit de ‘traditionele’ kerken.
Iedereen die mij kent, weet dat ik een warm voorstander ben van gemeentestichting. Daarom voel ik me ook vrij om te zeggen: het onderzoek van Vellekoop legt een onprettige waarheid bloot. De overgrote meerderheid van de nieuwe gemeenten is alleen in naam missionair en houdt zich vooral bezig met het rondpompen van minder tevreden christenen. Argumenten voor deze stelling? Hier komen ze:
• Hoewel meer dan 90 procent van alle initiatieven braaf zegt dat het bereiken van niet-christenen het belangrijkste doel is, wordt het grootste deel van de nieuwe gemeenten gesticht in plaatsen waar al veel kerken zijn. De bijbelgordel wordt bezaaid met nieuwe gemeenten, maar Brabant, Limburg en Groningen komen er bekaaid af. Conclusie: veel nieuwe gemeenten gaan vooral daar zitten waar ze kunnen rekenen op de overkomst van ontevreden kerkleden.
• Pakweg 80 procent van alle nieuwe initiatieven is niet echt geïnteresseerd in contextualisatie – verbinding leggen tussen de christelijke traditie en een specifieke context. Onderzoek naar de plaats waar je je gaat vestigen, je verdiepen in de leefwereld van de mensen daar, het is niet relevant. Ondanks de bewering dat men missionair wil zijn, heeft dat in de praktijk blijkbaar geen prioriteit.
• Voor tweederde van de gemeentestichters is vernieuwing van de kerk geen belangrijk motief om iets nieuws te beginnen. Maar als je er zo van overtuigd bent dat vernieuwing onbelangrijk is, waarom zou je dan weer een nieuwe kerk toevoegen aan de duizenden die er al zijn? Zo komen er alleen nieuwe kerken die niet echt ‘nieuw’ zijn, maar slechts variaties op een bekend patroon.
Het blijkt dat echt zendingsdenken nog zeldzaam is in gemeentestichtingsland. Te vaak wordt nog gedacht dat het vermeerderen van kerken op zichzelf al de ‘vraag’ naar het Evangelie vergroot. Nu, dat is niet zo. Het verfijnt hoogstens de smaak van een (krimpende) groep blanke christenen uit de middenklasse, die steeds meer te kiezen krijgen. Wat we nodig hebben, zijn zendelingen: mensen die echt willen ‘ingaan’ in de Nederlandse cultuur en zoeken naar nieuwe vertalingen van het Evangelie. Vellekoops onderzoek laat gelukkig zien dat daarmee hier en daar een begin is gemaakt. Maar het kan nog veel beter. Kerkgenootschappen kunnen hieraan veel doen, door visievorming, het trainen van gemeentestichters en het vrijmaken van middelen. Dit onderzoek vormt daarvoor een belangrijke stimulans.
Stefan Paas is missionair opbouwwerker voor de CGK Amsterdam en lector gemeenteopbouw aan Christelijke Hogeschool Ede.