Wat zou er gebeuren als deze twee mensen in dit plaatje over de grens gaan?
Ze lopen dan het risico om neergeschoten te worden, zware verwondingen op te lopen aan hun klimpartij in het prikkeldraad of hun kleding te scheuren aan deze scherpe mensen. Misschien ligt er wel een mijnenveld aan de andere kant van de grens en lopen ze het risico om te ontploffen!
Over de grens heen gaan, is niet zonder risico of gevaar. Toch weet ik dat veel gemeentestichters en missionaire werkers, waaronder ik zelf het moeilijk vinden om onze grenzen aan te geven. Juist omdat we werken in onbegrensd gebied met onbegrensde mensen, lijkt het zonde om in dit ruime landschap prikkeldraad neer te zetten. Net zoals boeren in de VS protesteerden tegen prikkeldraad op hun land in de 19de eeuw, zo worstelen wij ook met de begrenzing in ons leven. Wanneer heb je genoeg uren gedraaid in een dag of een week? Wanneer zeg je ‘nee’ tegen iemand die je iets vraagt? Met grote regelmaat gaan wij over onze eigen grenzen om een ander te helpen.
“Ja, maar we moeten ook bereid zijn om die tweede mijl te gaan, de andere wang toe te keren, de deur open te doen en brood te geven als de buurman ‘s nachts op onze deur klopt, je naaste liefhebben als jezelf, jezelf minder achter dan de ander.”
Kan je als christen kosteloos keer op keer over je eigen grenzen gaan? Soms denk ik weleens dat we een grotere motor dan remmen hebben. Onze drijf drijft ons wel om door te gaan, maar kunnen onze remmen ons op tijd doen stoppen, of rijden wij ons kapot op de muur van de tweede mijl?
Wie bepaalt je grenzen? Wanneer is genoeg genoeg?