Woensdag schreef ik over het dubbele wat ik soms in mij ervaar. Aan de ene kant betrap ik me erop dat ik met regelmaat zelfs succesverhalen vertel en aan de andere kant soms minderwaardig voel bij de nog grotere succesverhalen van de ander. (Oh, wie zal mij verlossen?)
Met die vriendin (zie post woensdag) hadden we het erover hoe verleidelijk en gemakkelijk het is om de missionaire werkvloer te verlaten, de laarzen uit te schoppen en het pak aan te trekken om als leidinggevende christelijke activiteiten voor werkers te coordineren.
Ik merk deze neiging in mijzelf. Soms denk ik dat ik teveel pak boven mijn laarzen draag. Niet omdat ik zo graag een pak draag (ik heb trouwens niet eens een pak...) Maar omdat je soms teveel modder in je mond gevoeld heb, met je nek in te veel derrie hebt gestaan, je hart soms gebroken is en je jezelf afvraagt hoe lang je dit wilt volhouden. Dit is trouwens niet om zielig te doen, maar het is wel soms de realiteit. Het is de achterkant van menig succesverhaal.