Een modern constructiebedrijf bouwt een aantal nieuwe woningen. Om het gebied bouwklaar te maken, worden de bomen gekapt. De toplaag van de aarde gaat weg. Er vindt mijnbouw in de bergen plaats om genoeg bouwmaterialen te verkrijgen. Voor een goede waterhuishouding worden de riviertjes veranderd in kanalen. Als gevolg van alle ontwikkelingen raakt de baai vervuild en sterven dieren uit. Maar… dit alles maakt niet uit; omdat de nieuwbouwwijk klaar is en de mensen er kunnen wonen. Succes is haar enige doel.
Zoals als een bouwbedrijf omgaat met de natuur; rauw materiaal om tot haar doel te komen, zo gaat de kerk om met de wereld. Mensen worden uit hun buurten gehaald, als ze maar bij ons in de kerk komen. We devalueren seculier werk zodat gemeenteleden meer betrokken raken in kerkelijk werk. Betrokkenheid in seculier vrijwilligerswerk valt in het niets bij het zingen voor God in het kerkkoor. Alle energie wordt uit buurtwerk, kunst, etc gehaald om een geweldige kerk neer te zetten.
De gedachte hierachter is dat de wereld niet telt. We redden de individuen, want de rest is toch een zinkend schip. Waarom zouden we nog de stoelen op het dek van de Titanic recht zetten als het toch zo geraakt wordt door een ijsberg. Dus bouwen we meer christenen, betere christenen en betere christelijke gemeenschappen ten koste van de wereld en niet voor haar welzijn. Als missionaire gemeente is het goed om ons af te vragen of de wereld een berg is door volledig gemijnd kan worden ten gunste van de kerk of dat de kerk een zegen kan zijn voor het goede in de wereld?