Een gemeentestichtend team verhuist naar Dordrecht om daar in de wijk Krispijn een gemeente voor de vele Antilliaanse mensen daar te stichten. Ze huren een zaaltje in het wijkgebouw en starten de zondag daarop met de gemeente. Als team hebben ze een ‘Nederlandse Pinkstergemeente’ achtergrond en de vorm en inhoud van de zondagse dienst is dan ook gelijk aan die van andere Pinkstergemeentes in Nederland. Dit moet zeker aanslaan, want Antilliaanse mensen houden van muziek en uitbundigheid, is hun denkwijze. De gemeente wordt gesticht, maar tot nu toe is er nog geen enkele Antilliaan naar de samenkomst gekomen. Zo gaat dit weken door, totdat de eerste van een paar Antilliaanse mensen de samenkomsten beginnen te bezoeken. Maar na een paar keer komen ze echter niet meer. Het team gaat op huisbezoek en vraagt hen waarom ze niet meer komen. Het antwoord verrast hen. De Antilliaanse mensen voelden zich niet thuis in deze Nederlandse Pinkstergemeente. Als ze naar een Nederlandse Pinkstergemeente wilden gaan, waren er al genoeg in Dordrecht. Ze wilden een Antilliaanse gemeente. Ze wilden een contextuele gemeente…
Contextueel is een woord dat we niet vaak gebruiken. Wat bedoelen we hiermee? Een contextuele gemeente is een gemeente die op zoektocht is. Soms voelt het als het balanceren op een dun koord. Deze gemeente is zoekend bezig met de volgende vragen:
- In hoeverre mag de cultuur de vorm van de gemeente bepalen?
- Welke facetten van de cultuur kunnen omarmd worden?
- Welke facetten moeten uitgedaagd of verworpen worden?
Terug naar de gemeentestichters in Dordrecht; wat ging er mis? Als we kijken naar het beeld van het water en het glas, zien we dat elke gemeentestichter zowel water als aspecten van het glas meeneemt. Vaak gaat dit onbewust. Iedere gemeentestichter neemt ideeën over het glas mee! In dit geval was dit de Nederlandse vorm van pinkstergemeente.
In het geval van Dordrecht hadden er drie situaties kunnen ontstaan:
Van een Nederlandse Pinkstergemeente naar een Antilliaanse gemeente
De gemeente begon als een Nederlandse Pinkstergemeente en door een druppelende instroom van Antillianen zou het over verloop van tijd (maanden / jaren / generaties) een Antilliaanse gemeente kunnen worden. Dit is een ‘generationele contextualisatie’. In Afrika zie je dit veel. Zendelingen starten een blanke kerk wat vorm betreft en over verloop van generaties wordt deze gemeente steeds meer Afrikaans.
Een Nederlandse Pinkstergemeente die blijft zoals ze is
De gemeente begon als een Nederlandse Pinkstergemeente, bevroor zichzelf en bleef een Nederlandse Pinkstergemeente die haar doel om Antilliaanse mensen te bereiken niet haalde.
Een Antilliaanse gemeente die past bij de doelgroep
De gemeente werd als contextuele Antilliaanse gemeente gestart. Om contextueel te blijven, zal de gemeente voortdurend veranderen, maar ze blijft Antilliaans.
Waarom is eigen cultuur zo belangrijk? Woorden die hierbij naar voren komen, zijn: ‘veilig, bekend, thuis, begrijpbaar, bekend’. Woorden die bij een vreemde cultuur horen, zijn: ‘beangstigend, vreemd, onveilig, onzeker, onbegrip, slechte communicatie’. “Ik voel me ontheemd”.
Het ‘ontheemd voelen’ is een sleutelwoord. Kan een christen zich ontheemd voelen in een pinkstergemeente of een gereformeerde kerk? Ja! Zelfs een christen kan zich niet thuis voelen in een andere kerk. Hoeveel te meer zal dit kunnen gebeuren voor de toetreder. Moet een kerk zich dan volledig aanpassen aan de nieuwkomer?
Nee, contextualisatie betekent niet dat een kerk zich helemaal aanpast aan de geest van deze tijd, zodat ze niet anders is van andere organisaties. Zij kan niet zonder kritiek dezelfde waarden, structuren en activiteiten overnemen die momenteel populair zijn.
Wat betekent het dan wel? Een contextuele gemeente betekent dat we profetisch betrokken zijn met de huidige cultuur; dat we onderzoeken en onderscheiden wat omarmd of uitgedaagd kan worden. De vorm van de kerk zou gerelateerd moeten zijn aan haar taak en haar doelgroep. Een missionaire gemeente structureert zich niet voor onderhoud of culturele aanpassing, maar om betrokken te zijn in zending. De vorm van de kerk wordt bepaald door de boodschap die ze willen incarneren en door de context waarin zij betrokken is in missionair werk.
Contextualisatie is van groot belang, maar zoals we net aangaven niet eenvoudig. We moeten een balans weten te vinden tussen identificatie met doelgroep zonder het zout zijn te verliezen. Een bepaalde doelgroep discrimineren om het vertrouwen van ‘racisten’ te winnen; is niet zoals het moet!
Een duidelijke getuigenis is belangrijk zonder hierbij totaal volledig anders te willen zijn. Wij hebben een andere boodschap te proclameren en te demonstreren, maar dit ‘anders zijn’ is contextueel. Het evangelie op straat proclameren in het nieuw Testamentisch Grieks is ‘anders’ en zelf bijbels, maar het is niet een goede vorm van anders willen zijn.
Authentieke contextualisatie is nodig. Dit betekent niet dat we alleen maar mogen antwoorden als er vragen worden gesteld of alleen maar gevoelde noden mogen beantwoorden. Het betekent wel dat we luisteren naar de cultuur en theologische beelden vinden om betrokken te raken. Voorbeeld: cultuur zonder schuld vraagt om andere vorm van Christus presenteren; niet dat schuld niet langer belangrijk is, maar niet iets waar mensen mee bezig zijn of een beginpunt voor een reis van geloof.
Ware contextualisatie vindt plaats binnen een gemeenschap die trouw aan het evangelie leeft en tegelijkertijd zich identificeert met mensen in echte situaties zoals bij Jezus in zijn aardse bediening. Kerken die in de komende jaren gesticht gaan worden, zouden moeten bestaan uit hier wonende vreemdelingen, die volledig ondergedompeld zijn in de omgevende cultuur, maar radicaal anders zijn.