Twee dagen geleden schreef ik dat wanneer we praten over het thema ‘kerk’ dit verschillende beelden in ons oproept. Sommige mensen denken aan grote kathedralen of zondagse kerkdiensten. Maar stel dat we op zoek gaan naar de allerkleinste en zuiverste vorm van kerk zijn, waar komen we dan uit? Wat is de meest elementaire vorm van kerk zijn? Waarschijnlijk komen we dan uit bij Mattheus 18:20: ‘waar twee of drie mensen in mijn naam bij elkaar zijn, daar ben ik zelf bij hen.’
Hier zien we het beeld van de moleculaire kerk:
Een christen (V) komt in de naam van Jezus bijeen met een andere christen (V). Jezus (C) komt hier ook bij en plotseling ontstaat er op een mysterieuze wijze een nieuwe substantie; kerk.
Het is als bij scheikunde waar twee waterstof atomen (H) een zuurstof atoom elkaar ontmoeten (O) en ineens het molecuul water ontstaat (H2O) Als twee christenen elkaar zo maar ontmoeten, blijven het twee mensen die elkaar ontmoeten. Als ze elkaar ontmoeten in de naam van Jezus ontstaat er een hemelse substantie die kerk heet omdat er een samensmelting ontstaat van mensen met Jezus. Dit is iets uniek, mysterieus, op geen enkele wijze te kopiëren.
Van deze bovennatuurlijke substantie ‘kerk’ wil ik drie dingen belichten:
- ze is uiterst diffuus
- ze is uiterst krachtig
- ze is uiterst vloeibaar
Diffuus
Als elkaar ontmoeten in de naam van Jezus werkelijk de basisvorm van ‘kerk zijn’ is, roept het natuurlijk de vraag op; wat houdt het in om elkaar te ontmoeten in de naam van Jezus? Waarom vind Jezus dit van zulk belang dat hij belooft daar zelf bij aanwezig te zijn?
Het bij elkaar komen in de naam van Jezus spreekt voor mij van:
Identiteit
Het is een bewustwording van waarom we bij elkaar zijn, van wie de Vader is, van wie Jezus Christus is en ook van wie wij in Hem zijn. Als christenen komen we veel samen, maar gebeurt dit ook altijd in Zijn Naam? Ik denk dat samenkomen in de Naam van Jezus een bewuste daad is die uitgesproken kan worden.
Onderwerping / gehoorzamen
We zijn niet zo maar bij elkaar. We doen dit in opdracht en eerbetoon aan Jezus. Je kan alleen iets doen ‘in de naam van iemand anders’ als je bereid bent je te onderwerpen aan die ander en diens opdracht in gehoorzaamheid uit te voeren. Het spreekt ook van verantwoordelijkheid. Het resultaat van het bijeenkomen ligt uiteindelijk in de hand van Jezus.
Autoriteit
In de naam van… spreekt van autoriteit. Vanwege onze onderwerping verleent Jezus ons autoriteit om de opdracht te vervullen. Voorbeeld; een politieagent regelt in de naam van de wet het verkeer. Hij kan dit alleen doen als hij weet wat de wet eist, zichzelf hieraan onderwerpt, en heeft geleerd hoe hij de eis van de wet kan handhaven. Hierdoor heeft hij autoriteit gekregen zodat hij, zelfs al is het maar een klein mannetje, grote vrachtwagens kan doen stoppen.
Christenen die samenkomen in de naam van Jezus doen dit allereerst bewust. Dit is goed om uit te spreken. Ze onderwerpen zich aan de wil van Jezus en daardoor aan de leiding van de Heilige Geest. Ze ontvangen van Christus de autoriteit om Zijn wil te doen en Hij is zelf bij hen. Als wij een verbintenis aangaan met andere christenen in Zijn Naam, verbindt Jezus zich met hen en ontstaat er een driehoek.
Doen?
We hebben nu nog niet gesproken over wat we ‘doen’ in deze meeste elementaire en zuiverste vorm van kerk zijn. In Nederland kennen we het werkwoord ‘kerken’. Bijvoorbeeld ‘ik kerk in de Gereformeerde kerk in Andijk’. Wat bedoelen we in dit voorbeeld met het werkwoord ‘kerken’? Ik ben lid van deze kerk en ik ben hier op zondag aanwezig. Stel dat we een bijbelse definitie van het werkwoord ‘kerken’ willen ontdekken – wat wordt dit dan?
Ik kerk, jij kerkt, wij kerken. Kerken is iets wat je doet – alleen wat doe je dan? Wanneer is een kerk een kerk? Jezus zegt als twee of meer in Mijn naam samen zijn, dan ben ik daar. Dat is de kleinste vorm van kerk zijn. Twee mensen aanwezig in Zijn Naam en Hij is daar. Wat is samenkomen in Zijn Naam. Welke punten kunnen we hieruit halen?
Allereerst is er gemeenschap; het contact en de relatie die christenen met elkaar hebben. Maar wat doen ze nog meer? Is hier een vast ritme voor? Jezus is met hen, dus luisteren naar Jezus en naar elkaar lijkt mij fundamenteel. Hierna komt het handelen uit hetgeen gezegd is. Het is een interactie tussen christenen onderling en tussen christenen en Jezus. Soms komt uit deze interactie gebed, aanbidding, onderwijs, dienstbetoon, gebruik van de gaven van de Geest. Het is een interactie waarin Jezus centraal wil staan.
Krachtig
Waarom is het molecuul ‘kerk’ een uiterst krachtig. Het is een hemels molecuul waarin hemelse kracht wordt vrijgezet. Kracht die leidt tot het vrijzetten van gevangenen, vrijzetten van blinden, vrijzetten van onderdrukten… vrijzetten van de tijd van Gods genade.
Net zoals een watermolecuul op zichzelf nog weinig impact heeft, miljoenen watermoleculen samen druppels vormen, die rivieren vormen, die samen oceanen vormen. Zo is het ook met de kerk. Dit proces van het samensmelten van christenen met Jezus vindt wereldwijd plaats en vormt bij elkaar een oceaan van ‘kerk zijn’.
Vloeibaar
Maar net zoals miljoenen watermoleculen een druppel vormen, hebben we nu een uiterst vloeibare vorm van kerk zijn; netwerken van mensen die bij elkaar komen en waar Jezus bij is. Een plasje water is maar een plasje water; ongrijpbaar en onbruikbaar. Dus giet je water in een glas of pan waarna het uiterst bruikbaar wordt om te drinken, te wassen, mee te koken, planten water te geven.
Op dezelfde wijze hebben christenen al vanaf het allereerste begin gezocht naar een glas om het water in te gieten. Dit glas is het programma, de activiteiten, het gebouw, de structuur en vorm, de diensten waar dit ‘kerk zijn’ vorm moet krijgen. Over de eeuwen heen zijn deze glazen erg verschillend geworden, maar voor het water maakt dat niet uit, want het water neemt de vorm aan van welk glas dan ook.
Toch moeten we blijven oppassen, want voordat we het weten, halen we het water en het glas door elkaar en wordt het allemaal één pot nat. Over de eeuwen heen hebben we als kerk van onze aandacht aan de verschillende glazen gegeven, waardoor de vraag of er voldoende vers water in onze glazen zit naar de achtergrond is geraakt en vaak helemaal vergeten is. Misschien is het zelfs zo dat het glas in veel gevallen de aandacht van het water heeft overgenomen.