Net zoals miljoenen watermoleculen een druppel vormen, hebben we nu een uiterst vloeibare vorm van kerk zijn; netwerken van mensen die bij elkaar komen en waar Jezus bij is. Een plasje water is maar een plasje water; ongrijpbaar en onbruikbaar. Dus giet je water in een glas of pan waarna het uiterst bruikbaar wordt om te drinken, te wassen, mee te koken, planten water te geven.
Op dezelfde wijze hebben christenen al vanaf het allereerste begin gezocht naar een glas om het water in te gieten. Dit glas is het programma, de activiteiten, het gebouw, de diensten waar dit ‘kerk zijn’ vorm moet krijgen. Over de eeuwen heen zijn deze glazen erg verschillend geworden, maar voor het water maakt dat niet uit, want het water neemt de vorm aan van welk glas dan ook.
Toch moeten we blijven oppassen, want voordat we het weten, halen we het water en het glas door elkaar en wordt het allemaal één pot nat. Over de eeuwen heen hebben we als kerk van onze aandacht aan de verschillende glazen gegeven, waardoor de vraag of er voldoende vers water in onze glazen zit naar de achtergrond is geraakt en vaak helemaal vergeten is. Misschien is het zelfs zo dat het glas in veel gevallen de aandacht van het water heeft overgenomen.
Welke bijbelse voorwaarden zijn er voor de structuur van een kerk of zijn we hier werkelijk helemaal vrij in zolang er de gemeenschap met elkaar en met Christus is? We praten vaak zo makkelijk over de kerk, maar als we goed nadenken over het verschijnsel ‘kerk’ komen we tot de conclusie dat de kerk is in zichzelf een mysterie is. Het echte verschijnsel ‘kerk zijn’ kunnen wij als mensen niet creëren...
Werkelijk kerk zijn ontstaat pas bij een samensmelting van Christus met zijn volgelingen. Het is pas als Christus zelf in het midden komt van twee of meerdere van zijn volgelingen die in Zijn Naam bijeen zijn, dat kerk ontstaat. Het is vergelijkbaar met het ontstaan van een watermolecuul. Een watermolecuul (H ²O) ontstaat pas bij een samensmelting van een waterstofmolecuul en twee zuurstofmoleculen. Zo is het ook met de kerk. De pure vorm van kerk zijn; het fuseren van Christus met zijn volgelingen is een mysterieus gebeuren dat keer op keer ontstaat. Dit samensmelten is ook geen constante; het ontstaat, neemt af, verdwijnt, neemt weer toe. Het is net als water voortdurend in beweging.
De vraag die christenen vanaf het eerste uur heeft bezig gehouden, is de vraag op welke manier je de omstandigheden kan creëren zodat deze mysterieuze fusie keer op keer kan ontstaan. Je komt dan de vragen tegen zoals: hoe, wanneer, waar, hoe laat, met wie, op welke manier, hoelang. De antwoorden op deze vragen scheppen de voorwaarden en de structuur zodat de fusie kan plaatsvinden.
Terugkomend op het beeld van deze fusie als water zou je de voorwaarden en de structuren het glas kunnen noemen. Deze lijn doortrekkend is het duidelijk dat als de gemiddelde christen over de kerk spreekt, zowel het glas als het water wordt bedoeld. De gemiddelde kerkganger ziet het beeld van het water en het glas als één geheel. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen het glas en het water. Dit onderscheid is grotendeels verloren gegaan. Het verlies van dit onderscheid tussen het water en het glas draagt een aantal problemen in zich.
Denk maar aan de neiging om voortdurend met het glas bezig te zijn, het gevaar om waterloos te worden, het veroordelen van de ander omdat die persoon uit een ander glas drinkt.
Het verlies van dit onderscheid neemt ook een probleem met zich mee zodra we aan gemeentestichten gaan denken. Binnen gemeentestichting wordt er een nieuw glas gemaakt. Tenzij het gemeentestichtende team hier uitgebreid over nagedacht, gesproken en gelezen heeft, ligt er een sterke neiging om een kopie van een bestaande kerk, van een huidig glas te creëren. In sommige gevallen, zoals bij het stichten van een dochtergemeente kan een kopie of een kloon de juiste optie zijn. In veel gevallen is kopieren of klonen niet de beste optie en zal er gedacht moeten worden over nieuwe vormen van gemeente zijn die mensen een mogelijkheid geven om te drinken van het ‘levende water’. Als er bij het gemeentestichtend team geen onderscheid is tussen het water en het glas wordt dit bijna onmogelijk.
Planten drinken water uit een gieter, honden likken het van een bord of een schaal, mensen drinken het uit hun favoriete beker, koffiekopje, een gekleurd glas, een doorzichtig glas, een bierglas, een theeglas, een jeneverglaasje, een frisdrankglas, een cocktailglas, een wijnglas of uit de fles. Deze diverse vormen van drinkgewoontes zorgen ervoor dat het gemeentestichtend team uitgedaagd wordt om naar haar doelgroep te kijken en in overleg met deze doelgroep (of kijkend vanuit de ogen van de doelgroep) invulling te geven aan het nieuwe glas. Ze doet dit door antwoorden te zoeken op de vragen: waar, hoe laat, wanneer, hoelang, wat, hoe, wie, hoe vaak.
Door dit proces zullen er in Nederland tal van volledig nieuwe vormen van gemeente zijn kunnen ontstaan, die niet als concurrentie naast elkaar, maar juist waarderend van elkaar kunnen samenleven. Gemeentes waar keer op keer een overstroming van levend water plaats vindt. Gemeentes die bestaan uit allerlei diverse vormen, kleuren, maten van glazen, borden, schalen, bekers, gieters. Gemeentes waaruit vele dorstige mensen mogen gaan drinken van het levend water.