Hoever gaan we met onze acceptatie in de gemeente (deel 3)
Als vijftienjarige jongen werkte ik in de zomervakantie in de kassen in het Westland. Een van de tuinders waar ik werkte, was één van de eerste tuinders in Nederland die de cherry tomaten teelde. Naast de cherry tomaten had hij ook nog een ander gedeelte in zijn kas waar hij experimenteerde met vierkante tomaten.
“Vierkante tomaten?”
Moet je voorstellen wat voor geweldige voordelen een vierkante tomaat zou hebben; je zal ze goed kunnen verpakken, veel tomaten naast elkaar kunnen leggen, waardoor ze minder ruimte in nemen en heel gemakkelijk in plakjes kunnen snijden.
In ieder geval, wat deze tuinder deed, was om een doorzichtige plastic kubus over een tomaat te plaatsen, terwijl hij nog hing te groeien aan de plant. De tomaat paste zich dan aan door de druk van de kubus en werd zo automatisch zelf ook vierkant. Het leek allemaal heel mooi, maar zodra de tomaten werden geplukt en uit de plastic kubus werden gehaald, gebeurde het volgende:
De geplukte tomaten bleven doorgroeien en veranderden heel snel weer in de vorm van een ronde tomaat.
Lees hieronder verder…
Dit was dus niet de oplossing! Hoe maken we ze dan wel vierkant? Met dit vraagstuk is de wetenschap nog steeds bezig. (google maar eens ‘vierkante tomaten’). In plaats van de tomaten te laten veranderen door het toevoegen van een externe druk, stapten ze over tot een inwendige verandering. Door verandering van de genen en door kruisbestuiving zijn ze vandaag de dag nog steeds bezig om de perfecte vierkante tomaat te kweken.
“Wat heeft dit te maken met hoever we gaan met onze acceptatie in de gemeente?”
Als we de bijbel lezen, zien we dat voor het volk van God de wet, inclusief de tien geboden functioneerde als een kubus. Door zich aan de wet te houden, pasten ze zich aan de eisen van God. Alleen wat gebeurde er keer op keer? Het volk van God ontsnapte uit deze kubus, stapte uit de afspraak of het verbond om zich te houden aan de vereisten van God en kwam daarom keer op keer in de problemen.
Behalve bij een aantal individuen leek er geen daadwerkelijke inwendige verandering te hebben plaats gevonden. Het volk paste zich voor een tijd aan de uitwendige druk aan om daarna deze druk weer te ontlopen.
Zowel in het boek Jeremia en Ezechiel zien we dat de profeten het probleem begrijpen. Het volk van God kan zich niet aan de wetten van God houden, omdat ze onbesneden van hart zijn en hun hart niet op de dingen van God gericht is. Zowel in Jeremia als Ezechiel kan je lezen dat God hen een nieuw hart wil geven.
“Ik zal jullie een nieuw hart en nieuwe geest geven, ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie mijn geest geven en zorgen dat jullie volgens mijn weten leven en mijn regels in acht nemen.”
Ezechiel 36: 26,27 (NBV)
God stapt als het ware weg van het idee van de doorzichtige kubus en gaat voor de verandering van de genen.
In mijn jeugd had ik een vriendje die ook sterk onder deze kubus leefde. Op zondag mochten ze geen televisie kijken, niet buitenspelen, geen leuke boeken lezen, maar alleen maar naar de kerk gaan. Door de weeks mochten ze alles. Zondags zaten ze in de kubus. Door de weeks glipten ze eruit.
Vandaag de dag in Evangelisch Nederland lijkt de kubus subtieler. De zaken zijn misschien minder zwart of wit, maar de druk is vaak nog steeds even groot. Je hebt te maken met uitgesproken, maar ook met onuitgesproken druk. Aanpassen aan de cultuur in de gemeente, je onderwerpen aan de leiders, meegaan in het ‘bijbels’ christen zijn.
We willen namelijk zo graag dat mensen veranderen! Ik ook!
Maar hoe willen we dat mensen bij ons in de gemeente veranderen?
- Veranderen mensen doordat ze zich aanpassen aan de ‘bijbelse’ normen en waarden die er in een gemeente heerst?
- Veranderen ze doordat ze vrijwillig of met stimulatie van broeders en zusters in een plastic kubus stappen ‘van hoe een christen zich wel of niet moet gedragen’?
- Veranderen ze doordat ze zich onderwerpen aan de leider of leiders?
- Veranderen ze doordat God door Zijn woord en door Zijn Geest hen intern veranderd?
“Ja, maar is het juist geen mengeling van alle vier elementen? Is het niet zo dat God mensen verandert door zowel de leiding, de sprekers, als door de volwassenen christenen die al in de gemeente zijn en zich over de nieuwe mensen ontfermen?”
Het antwoord op deze vraag is ‘ja!’. Maar wat is onze drijfveer achter dit verlangen tot verandering?
In veel gevallen is die drijfveer op de eerste plaats een verlangen dat de mensen in hun gemeente zich aanpassen aan wat God van hen (volgens hun overtuigingen en interpretatie van die wil) verlangt. Op de tweede plaats is er ook een verlangen naar een aanpassing bij de cultuur die binnen de gemeente heerst. Het kan in sommige gevallen gebeuren dat deze twee prioriteiten wel eens van plaats in rangorde verwisselen.
1. Wij willen zo graag dat mensen bij ons in de gemeente christen worden.
Ik was vroeger deel van een evangelische gemeente waar er een onbewuste druk lag om zo snel mogelijk met nieuwe bezoekers het zondaarsgebed te bidden. Mensen kwamen zondagmorgen voor het eerst de gemeente binnen. Na afloop werd er met hen gesproken en hopelijk met hen het zondaarsgebed gebeden. De volgende zondagmorgen werden ze dan hartelijk vanaf het podium als nieuwe broeder of zuster verwelkomd, waarna er vaak een langdurig en energieslopend traject van nazorg begon. Waarom?
Deze mensen waren er gewoon nog niet klaar voor om tot Christus te komen. Net zoals een baby die te vroeg geboren wordt enorm veel medische steun en zorg nodig heeft, zo hadden deze mensen heel zorg nodig. Terwijl ze vaak over verloop van tijd uit de kubus gleden en uit het oog verdwenen.
Stel dat deze mensen één tot twee jaar in de gemeente had kunnen zitten zonder enige druk tot aanpassing. Zonder iemand die vraagt of ze christen zijn of het zondaarsgebed met hen wil bidden. Waarschijnlijk zouden ze dan misschien niet eens weten wanneer ze tot geloof waren gekomen en zouden op lange termijn veel minder pastorale zorg nodig hebben. Helaas gebeurde dit niet, want ons verlangen was zo groot…
2. Wij willen zo graag dat mensen in de gemeente gaan leven, handelen, denken en praten zoals wij denken dat God dit wil.
En natuurlijk geloven wij dat God door Zijn Geest een proces van voortdurende vernieuwing en wedergeboorte in hen bewerkt. Dat Zijn Geest woont in die vernieuwde harten waar Ezechiel over sprak en tot hen spreekt door het Woord en de woorden die er klinken.
Maar…
…het gaat vaak zo langzaam! Mensen lijken maar niet te veranderen en een kubus is snel gevonden. Wat is die verleiding toch groot om subtiel een plastic kubus om die persoon te plaatsen. Veel leiders worstelen met deze verleiding, ik ook…