Van de week trof het mij dat om deel te zijn van de evangelische stad we vier grote stappen van geloof moeten maken. Laat me dit toelichten.
Stap 1: Geloven in het bestaan van een Opperwezen
Theoloog Don Cupitt omschrijft in zijn boek ‘The time being’ onze menselijke situatie. Hij zegt dat wij als mensheid wonen in een grote afgesloten grot. We wonen in deze grot en staan niet in contact met de buitenwereld. We hebben vanuit onszelf gezien dan ook geen toegang tot de wereld buiten de grot. Hoe weten wij dan wat er buiten die grot is? Het enige wat we kunnen doen, is elkaar verhalen vertellen die onze fantasieën bevatten over een bestaan buiten de grot.
Dit realiserende is het daadwerkelijk een stap van geloof om te geloven dat er buiten onze grot een Opperwezen bestaat. Een Opperwezen die ons, en deze prachtige grot die we wereld noemen, geschapen heeft. Ik wil deze stap van geloof graag maken, maar het is en blijft wel een stap van geloof. Voor mij is het een gemakkelijke stap, omdat ik van kinds af aan geconditioneerd ben om in dit ‘geweldige’ Opperwezen te geloven.
Deze eerste stap van geloof zou je kunnen beschrijven als twee omgekeerde plastic bekertjes op een tafel. Onder één van de bekertjes ligt een balletje. Maar onder welke bekertje? Het is een grote stap van geloof om de linker beker te kiezen boven de rechter.
“Ho, wacht nou even”, roept mijn evangelische opvoeding. “Je hebt toch zelf ook onderwezen dat er allemaal bewijzen zijn dat er een Opperwezen bestaat. En wat zegt de schrijver Paulus in de brief aan de Romeinen? Dit Opperwezen heeft zich uitvoerig laten zien in de schepping zodat niemand kan ontkennen dat Hij bestaat. Waar blijf je nou met je vijftig procent kans van ‘Hij bestaat wel’ of ‘Hij bestaat niet’?”
Dit is een goed punt, maar in welke mate zijn Paulus en ik vanuit onze religieuze opvoeding geconditioneerd om in alles om ons heen de vingerafdrukken van Hem te zien? Zou je hetgeen wij ‘vingerafdrukken’ noemen ook anders kunnen verklaren?
“Wat heeft het nou voor zin om deze vragen te stellen? Je moet gewoon geloven dat Hij bestaat en een verhoorder is voor hen die Hem ernstig zoeken.”
Ik wil beiden. Ik wil de vragen leren stellen en tegelijkertijd geloven. Maar onze eerste stap van geloof binnen het Evangelicalisme is en blijft een grote stap. De stap om niet te geloven in een Opperwezen is bijna net zo groot als de stap om wel te geloven…
Ik heb deze stap gemaakt. Ik leg mijn vinger op de linker omgedraaide plastic beker en zeg dat dit de juiste beker is. Ik geloof in een Opperwezen die we God noemen. Dit is een stap van geloof. Want hoe leg ik nu uit dat het wel de linker is en niet de rechter is? Ik weet het niet! Is het opvoeding, intuïtie, openbaring, gokken? Ik geloof.