Er komt op een zondagmorgen een travestiet een evangelisch getinte gemeente binnen…
“Is dat een mop of zo?”
Nee, het is geen mop. Het is een vraag waar wij als team van de missionaire wijkgemeente waar ik deel van ben over nagedacht hebben.
Er komt op een zondagmorgen een travestiet onze gemeente binnen. Zij/hij stelt zich voor en noemt zichzelf Susanne terwijl je weet vanuit de contacten in de wijk dat hij Mark heet. Hoe ga je daar mee om? Noem je hem Mark of mag ze in de gemeente Susanne heten? Wat is onze houding tegen deze persoon? Hoe wordt deze persoon ontvangen; als man of als vrouw?
“Tjonge, wat stel jij een moeilijke vragen!”
Wat is een missionaire houding?
“Missionaire houding; heb je dat tegenwoordig ook al?”
Okay, even anders gezegd – wat is de beste houding tegenover deze persoon waarbij wij hem/haar liefhebben als onszelf en die persoon de accepterende liefde van God laten zien? Maar dan niet vergeten om aan de andere kant ook rekening te houding met de heiligheid van God en de levenstijl die past bij het volgen van Jezus.
Hierbij laat ik voor het gemak de huidige evangelische gemeentecultuur even buiten het plaatje.
“Wacht even, wat bedoel je met de huidige evangelische gemeentecultuur buiten het plaatje houden. Is onze cultuur niet hetzelfde als staan voor de heiligheid van God en de levenstijl die past bij het volgen van Jezus?”
Is die hetzelfde?
Ik laat hem even uit het plaatje, omdat binnen onze cultuur het wel duidelijk is hoe we hier, vooral op lange termijn mee zouden omgaan, maar ik vraag me af of dit ook de missionaire houding is…
“Wat denk jij dan dat er binnen de evangelische cultuur met deze persoon gebeurt?”
Ik denk dat persoon niet al te snel als vrouw behandeld zou worden. Ik denk dat we ons er heel ongemakkelijk over zouden voelen, dat we druk op het leiderschap zouden uitoefenen om met hem/haar te gaan praten. Misschien een pastoraal project aangaan, misschien het ‘provocerende’ gedrag voorlopig even oogluikend toe te staan, maar haar zeker over verloop van maanden geen acceptatie van haar vrouw zijn bieden.
“Ja, hallo hé! Haar vrouw zijn!! Weet jij dan niet wat de bijbel hierover zegt. God verbiedt het in het Oude Testament dat mannen zich in vrouwenkleden kleden. Hij keurt dat ten strengste af.”
Dat weet ik. Maar ik weet ook dat er meerdere teksten in de bijbel staan waarin God “gluttony” oftewel veelvraat afkeurt. Paulus heeft het zelfs over mensen die van hun buik hun god hebben gemaakt.
“Wil jij zeggen dat mensen die te dik zijn van hun god hun buik hebben gemaakt? Dat ze aan vraatzucht leiden?”
Ik heb zelf ook last van overgewicht. Ik zou niet zeggen dat mijn buik tot mijn god is gemaakt, maar vraatzucht; een sterk verlangen naar voedsel en je hieraan overgegeven totdat je meer eet dan wat lichamelijk goed voor je is, is een groot probleem waar wij als evangelische christenen mee worstelen.
Wist je trouwens dat uit een onderzoek is gebleken dat charismatische christenen in het algemeen dikker en zwaarder zijn dan niet-charismatische christenen? Dit komt omdat ze zich zekerder voelen in de liefde van God en daardoor niet zo op hun figuur hoeven te letten en rekening hoeven te houden met wat anderen van hen denken.
“Zou dat waar zijn? Maar wacht eens; je wilt toch niet zeggen dat overgewicht op dezelfde manier een zonde is als travestiet zijn?”
Nee?
“Nee, travestiet is veel erger. Die kleedt zich zo omdat hij daarop kickt. Die gaat in tegen de door God geschapen order. God heeft de man als man geschapen en de vrouw als vrouw en wie zijn wij om daar mee te spelen?”
Waarom is het altijd weer zo dat we seksuele zonden zoveel groter achten dan bijvoorbeeld de collectieve zonde van hebzucht en het algemene verlangen naar welvaart? En dat in een wereld waarin een enorm procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft en kinderen elke paar seconden sterven omdat ze geen middelen hebben voor voedsel, gezond water en geneesmiddelen, om over scholing en andere dingen maar te zwijgen.
Wist je dat dezelfde God, die ik ’s avonds vraag om mijn buikpijn weg te nemen als ik teveel heb gegeten, ook op hetzelfde moment de gebeden hoort van moeders wiens kinderen sterven van de honger, de gebeden van kinderen wiens ouders overleden zijn aan Aids en jij noemt dat geen zonde.
Heeft God de order geschapen dat christenen in de westerse wereld leven in overvloed, welvaart, hebzucht, overgewicht en onbezorgdheid? En christenen, maar ook niet-christenen in de derde en vierde wereld lijden in honger, ziekte, armoede? Is dat de door Hem geschapen order?
“Zwaar zeg, ik weet niet wat dit nog met die travestiet te maken heeft. Zullen we maar stoppen voor vandaag. Morgen hierover verder gaan?”
Die travestiet? Die travestiet? Susanne heeft een naam, is een persoon. Een heel dapper persoon. Iemand die alles wat mensen van hem of haar denken opzij durft te schuiven om op zoek te gaan naar die identiteit die volgens hem/haar beter bij haar past.
“Dus praat je het goed?’
Het gaat niet over goed praten. Het heeft niks te maken met goedpraten. Het gaat om begrip. Jij zegt dat zij een groot probleem heeft omdat zij worstelt met haar identiteit. Daarin ben ik het met je eens, maar hoeveel van onze gemeenteleden worstelen niet met hun identiteit? Hoeveel van hen weten niet wie ze zijn in Christus, worstelen met hun zelfbeeld en hun zelfwaarde?
“Dat is toch niet hetzelfde…”
Bij Susanne is deze worsteling met haar identiteit heel duidelijk, overzichtelijk en uitvergroot, maar het is dezelfde worsteling. Hoeveel ruimte en tijd bieden we de levende Waarheid om in deze worstelingen te komen?
“Het valt me op dat je nu alleen nog maar over haar spreekt. Dus jij accepteert hem of misschien beter gezegd ‘haar’?”
Ja, ik accepteer haar. Acceptatie, erbij mogen horen is de enige manier waardoor Susanne de kans krijgt om zich hier een thuis te maken en tot geloof te komen. Als zij Jezus ontmoet en zich aan Hem overgeeft, dan zal zij misschien van Hem Zelf horen dat Hij haar van harte liefheeft, maar haar mee wil nemen in een proces.
“Een proces?”
Een proces waarin zij ervan overtuigd wordt dat haar Heer haar als Mark bedoeld en geschapen heeft. Maar krijgt zij hier nu wel de ruimte en de tijd voor om die Heer eerst te ontmoeten?
“Morgen verder?”